Pseudo-basilica, in 1934-1935 gebouwd naar ontwerp van architect A. Bressers van Gent. De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van drie traveeën met ondiep transept in de middenste travee, een koor van een rechte travee met vlakke sluiting, een vierkante toren aan de zuidzijde ervan, een sacristie aan de noordzijde. Aan de westzijde werd in 1966 een lagere travee met een portaal bijgebouwd; het oorspronkelijke portaal bevindt zich in de zuidelijke transeptarm. Bakstenen gebouw onder zadeldaken (mechanische pannen), voorzien van spitsboogvormige drielichtsvensters in een geprofileerde, bakstenen omlijsting.
Bakstenen interieur, de middenbeuk van de zijbeuken gescheiden door middel van een spitsboogarcade op bakstenen pijlers; overwelving door middel van kloostergewelven met spitsboogvormige gordelbogen.
Mobilair: Muurschildering 'Jezus otmoet de Dochters van Jerusalem', door De Loor (Gent), uit de periode van de bouw. Kruisweg, eveneens uit de bouwperiode. Twee aaneengesloten biechtstoelen, dito. Glasraam 'De Terugvinding van Jezus in de tempel' door L. Van Essen (Roermond), 1975; glasraam 'De evangelisten Lucas en Johannes' en 'De Pelikaan die zijn jongen voedt', door Van Hevele (Gent), circa 1960.
- GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Bilzen, Brussel-St.-Truiden, 1975, p.20.