Petrus Verriest liet in 1880 een stenen windmolen bouwen op de Tiegemberg. De "Berg-" of "Stampersmolen" is een witgeschilderde bakstenen grondzeiler en kwam er ter vervanging van een houten standaardmolen van 1735. De molen staat op een heuvelrug in een oorspronkelijk weids molenlandschap dat thans aan één zijde beboomd is.
De molen staat als "Moulin de Tieghem" op de Villaretkaart (1745-1748) en wordt als standaardmolen aangeduid op de Ferrariskaart (1775). Op de Vandermaelenkaart (1850) en de Poppkaart (1860) staat ook de naam “Stampmolen”. De Stampersmolen dankt zijn naam aan de stampers van de olieslagerij die eertijds deel uitmaakten van de standaardmolen maar al in 1865 vervangen werden door pletstenen. De pletstenen waren naar verluidt te zwaar voor de kleine molenkast waardoor men vermoedelijk besluit om in 1880 een nieuwe molen te bouwen. De huidige stenen molen was tussen 1880 en 1916 uitsluitend als oliemolen in gebruik en werd daarna omgebouwd tot korenwindmolen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog raakte de molen zwaar beschadigd, maar na herstellingswerken in 1921 was hij opnieuw maalvaardig. In 1936 werd de molen buiten gebruik gesteld. Na een lange periode van verwaarlozing worden in 1970-1971 restauratiewerken uitgevoerd aan kap, roeden, spruiten en staart. In 1985-1986 werd de molen afgebroken en enkele meters verderop heropgebouwd.
De witgeschilderde bakstenen grondzeiler met sterk conische romp is opengewerkt met segmentboogvensters. De gebroken kap heeft een rechte voorwand en is bedekt met koperen platen. De roeden zijn halfverdekkerd. Binnenin is de molen samengesteld uit een benedenverdieping met olieslagerij, de maalzolder met buil, de steenzolder met twee koppels maalstenen en een grote buil en daarboven het ijzeren gangwerk en kapzolder met luiwerk en graanreiniger. Boven de ingang zit een steen met jaartal "1880", op een andere staat "1970". Op een balk in de kapzolder staat een inscriptie waarvan de eerste letters bedekt zijn door ijzerwerk: "..LEN 1881". Op de wiekenas staat "1893 E BEYART BEVERE". Op een klauwijzer staat "HDC" en "1819" en op een ander klauwijzer "MDM" en "1819".
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief W/00228.
- CORNILLY J. 2001: Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen, Deel I Arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare, Tielt, Brugge, 30.
- DEVLIEGHER L. 1984: De molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt, 120-121.
- DEVYT C. 1966: Westvlaamse windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965, Brugge, 61.
- S.N. 1994: De stampersmolen te Tiegem, Curiosa 32, 25-26.