Landhuis met bijhorend koetshuis opgetrokken in het laatste kwart van de 19de eeuw in opdracht van Gustaaf Moreels.

Nummer 6. Als buitenverblijf gebouwd landhuis vermoedelijk naar ontwerp van Pierre Nicolas Croquison. Gelegen te midden van beboomde tuin. Aan de straat afgezet door muurtje met ijzeren hek tussen gecementeerde bakstenen pijlers onder meer bekroond door bolornament. Baksteenbouw in neo-Vlaamse-renaissance stijl. Leien mansardedak doorbroken door oeil-de-boeuf en bekroond door belvedère. Rijkelijk uitgewerkte lijstgevel door het veelvuldig gebruik van blauwe hardsteen voor o.m. muurbanden en vensteromlijstingen. Aflijnende houten kroonlijst met tandlijstje. Rechthoekige en getoogde vensteropeningen met arduinen borstwering met cirkelmotief; deurvensters met balkon met ijzeren borstwering. Bewaard schrijnwerk. Imposant middenrisaliet met afgeschuinde hoeken en bekroond door leien peerspits met lantaarn bekroond door windvaan. Oostelijk hoektorentje onder ingesnoerde spits met lantaarn en westelijk hoektorentje onder spits. Ten oosten rechthoekig torenvolume dat de hoofdtoegang vormt tot de woning. Opvallende grote rondboogvensters met als fronton uitgewerkte tussendorpel en brede deels beglaasde vleugeldeuren bekroond door fronton rustend op consoles. Achtergevel met overdekt terras met balusterborstwering bereikbaar via brede arduinen trap. Erboven balkon met gietijzeren borstwering. Grotendeels vernieuwde interieuraankleding uit de jaren 1950.

Nummer 4. Voormalig koetshuis, heden woonhuis, gedateerd 1890, zie arduinen gevelsteen. Aan de straat afgezet door ijzeren hek. Langgerekt volume opgebouwd uit twee licht vooruitspringende hoekvleugels met puntgevels en centraal torenvolume. Opvallende en rijkelijk uitgewerkte verankerde (sierankers) baksteenbouw onder met (kunst)leien bekleedde in elkaar snijdende zadeldaken. Sokkel van arduinen bossage. Combinatie van punt- en lijstgevels met kroonlijsten rustend op daklijstbalken en verfraaid door houten sierlijsten. Horizontaal benadrukte gevel door de muurbanden van witte baksteen en aflijnende cementtegelfries met bloemenmotief. De hoeklisenen vormen verticaliserende elementen. Portaal gevat in toren van drie geledingen en bekroond door leien spits. Vierkante basis overgaand in polygonale toren. Variatie in muuropeningen; deels bewaard schrijnwerk. Straatgevel gemarkeerd door hoofdgestel met arduinen ovale gevelsteen met initialen GMD.

Deels bewaarde interieurindeling. Portaal gemarkeerd door twee pilasters met imitatiemarmerbeschildering. Overwelving door troggegwelfjes tussen ijzeren I-balken, deels verborgen onder valse plafonds.