Historisch waardevolle hoeve zogenaamd "Schaliënhof", gelegen op 700 meter ten noordwesten van de oude kerk. In het begin van de 17de eeuw wordt er reeds een hoeve op deze plaats vermeld, het was een eerder bescheiden hoeve van een cijnsboer gelegen op rentegronden van de heerlijkheid van Vichte. Ze wordt vermeld in het renteboek (1605) als een "behuusde hofstede metten lande". De hoeve wordt omstreeks 1640 aangekocht door Frans de Cocq, de latere griffier van Vichte. De familie de Cocq was machtig en invloedrijk en had veel grootgrondbezit. Zijn zoon Frans (baljuw van Vichte, heer van Steenbergen en "donaet en medebroeder" van de Orde van Malta) laat de hoeve op het einde van de 17de eeuw verbouwen tot een imposant geheel met toegangspoort en omwalling. De makelaar van het poortgebouw draagt de bouwdatum "1693", een stucwerkplafond in het woonhuis draagt de datum "1698". In 1760 is de hoeve in eigendom van Frans Willem van Veren. In de Franse periode duikt pastoor Van Nuvel onder in de gebouwen, in 1815 wordt ze bewoond door burgemeester Gekiere.
Geheel afgebeeld op de Ferrariskaart (1770-1778) als omwalde hoeve met als herkenbare volumes het woonhuis, de schuur en stalvleugel ten zuiden. Zelfde configuratie op de Atlas der Buurtwegen (circa 1846) met nagenoeg rechthoekige omwalling.
Heden deels omwalde 17de-eeuwse hoeve (gedempt ten noorden) met semigesloten opstelling bestaande uit gewitte bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken. Oostelijke erftoegang via bakstenen brugje en poortgebouw. Ten noorden, het woonhuis, ten westen de schuur, stalvleugel ten zuiden en later opgetrokken (begin 19de eeuw) nutsgebouw ten oosten.
Woonhuis. Gewitte verankerde baksteenbouw, zes traveeën onder leien schilddak doorbroken door drie dakkapellen. Rechthoekige vensteropeningen met vernieuwd schrijnwerk. Rechtertravee met licht getoogde vensteropening in een omlijsting van witte natuursteen. Behouden deuren; centrale deur in een decoratieve omlijsting en met ovaal bovenlicht. Tweede deur (rechts) in een omlijsting van witte natuursteen met druiplijst. Voorgelegen bakstenen stoep (visgraatmotief). Gecementeerde zijgevel (oostelijke gevel) met bewaarde houten kozijnen met name kloosterkozijn met dievenstaven op de begane grond en kruiskozijn op de eerste bouwlaag, tevens bewaarde getoogde muuropening met witte natuurstenen omlijsting. Gewitte, deels gesloten achtergevel met bewaarde houten deur, enkele gewijzigde muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk. Behouden indeling en grotendeels behouden interieur, opmerkelijk door twee bewaarde stucwerkplafonds met datering 1698 en sporen van het wapenschild van de baljuwfamilie de Cocq. Zolder met bewaarde kapconstructie bestaande uit nokgebinte met onderliggend schaargebint.
Poortgebouw. Gewitte baksteen, bewaarde houten opgeklampte poort met datering "1693" in decoartief uitgewerkte makelaar. Voorzijde voorzien van nis met heiligenbeeld.
Dubbele dwarsschuur met sporen van vakwerk. Noordelijk deel met behouden houten stijlen ingevuld met beschilderde baksteen. Verder beschilderde baksteen met sporen van natuursteen. Boogvormige poortopening voorzien van druiplijst en rechthoekige schuifpoort, vernieuwde houten poorten. Noordelijke zijpuntgevel getypeerd door vlechtingen en asemgaten. Deels bewaarde kapconstructie bestaande uit nokgebint met onderliggend schaargebint ondersteund door standvinken. Stalvleugel ten zuiden met bewaarde bakstenen vloer, slieten (koestal) en ruiven (paardenstal).
- DESPRIET P., De dorpsheerlijkheid en het kasteel van Vichte. Adel en status in Westelijk Vlaanderen, in Archeologische en Historische Monografieën van Zuid-West-Vlaanderen, 55, Kortrijk, 2004, p. 106-107.
- DESPRIET P., Twintig Zuid-Westvlaamse hoeves, deel 1, Kortrijk, 1978, p. 147-153.
- Verkaveling "Schaliënhof" te Vichte. Benaming van de nieuwe straten. Begeleidende nota. Onuitgegeven notities.