Diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder afgewolfd zadeldak (Vlaamse pannen), opklimmend tot de 17de-18de eeuw, zie balklagen. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel van 1861 in plaats van trapgevel van twee bouwlagen; arduinen plint. Vlakke gevel alleen geleed door de puilijst en entablement met fijn kordon en omlopende kroonlijst op klossen. Licht getoogde vensters op de eerste en tweede bouwlaag, rechthoekige op de derde; telkens voorzien van lekdrempels. Latere houten rolluikkasten op begane grond. Voetenschraper. Tramoog.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 96/1861.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 68.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)