Diephuis van drie traveeën en oorspronkelijk twee, sinds 1904 drie bouwlagen onder zadeldak, mogelijk uit de 17de-18de eeuw. In de loop van 19de-20ste eeuw uitgebreid met verschillende bijgebouwen onder meer met 19de-eeuwse vleugel van twee bouwlagen onder zadeldak met bakstenen tuitgevel met overhoekse muizentandlijst van vier baksteenlagen. In zijn huidige vorm, enkelhuis met bepleisterde en beschilderde trapgevel (9 treden + topstuk) met imitatievoegen over volledige gevelhoogte. Ovale oculus in vlakke omlijsting in de geveltop. Voorts rechthoekige openingen, vensters op lekdrempels; 19de-eeuws houtwerk. Persiennes op de begane grond. Voetenschraper.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 170/1904, nummer 512/1924.
Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Nota.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 85.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)