Voormalig godshuis "De Pelikaan", zie natuurstenen gevelsteen met opschrift "DISCHHUYS / PELIKAEN / GESTICHT / TEN JAERE 1714". Oorspronkelijk twee woningen, in 1707 aangekocht door F. van Beversluys en echtgenote M. van Westveldt, die het aanpalende "Huis van Beversluys" aan de Predikherenstraat (nummer 25) betrokken. Godshuis en laatst genoemde huis oorspronkelijk verbonden via het nu afgesloten "Papemoenstraatje", gelegen achter rondboogpoortje met afgeschuinde dagkanten, tussen nummers 12-14.
Godshuis gesticht in 1708 doch stichtingsakte van 1714; inrichting van zeven wooneenheden met een gang en kapel, bestemd voor zeven weduwen. In 1830, vervangen van bolkozijnen en glas-in-loodramen door kleine roedeverdelingen. In 1911, verfraaiende restauratie naar ontwerp van architect J. Viérin (Brugge). 1967-1974, omvormen van kamers tot vier woongelegenheden met vrij ingrijpende restauratie van de gevels onder meer herbouwen van geveltop en achtergevel. Samenstel van links een breedhuis van vier traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (leien) en rechts een diephuis van vier/ drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Links blijkbaar jongere, vierdelige Vlaamse gevel met rechthoekige zolderluiken opgetrokken uit verankerde baksteen. In eerste en derde travee, vernieuwd drielicht en in tweede travee, dito bolkozijn met afgeschuinde zijkanten en twee ontlastingsboogjes. Uiterst rechts, ingang op 3 treden, gevat in een vernieuwde, geprofileerde en geblokte, natuurstenen omlijsting naar lokaal 17de-eeuws barokpatroon; bekronende gevelsteen met voedende pelikaan. De achtergevel bewaart drie korfboogdeuren, één korfboognis met venstertje en één rechthoekige opening. Hoge schoorsteenschachten met rookmonden tegen de zijgevel en tussen de eerste en tweede travee.
Interieur. Gang en drie kamers met elk een gotische schouw.
Rechts, verankerde bakstenen tuitgevel met schouderstukken en vlechtingen, gedateerd "ANNO / 1634" in twee vernieuwde gevelstenen. Gebruikelijke elementen van de streekeigen baksteenarchitectuur met doorlevende laatgotische elementen: drie bolkozijnen en één smaller venster (tweede travee) van de begane grond zijn elk gevat in een nis met afgeschuinde dagkanten, afgedekt door al dan niet gekoppelde korf- of accoladeboog. Bolkozijnen van de bovenverdieping, elk gevat in rondboognis met afgeschuinde zijkanten en verschillend maaswerk. Soortgelijke luikopening van de top, geflankeerd door twee kleine venstertjes in rondboognissen met afgeschuinde dagkanten.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier 258.
- Stadarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 82/1830.
- BEERNAERT B., Open Monumentendag Vlaanderen. 17de-eeuwse architectuur in de binnenstad, Brugge, 1993, nummer 6.
- DE BRUYNE H., De godshuizen in Brugge, Roeselare, 1994, p. 68-73.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 112-113.
- PENNINCK J., Het godshuis "De Pelikaan", in Brugs Ommeland, 1982, nummer 2, p. 129-146.