Laatgotisch, onderkelderd huis, ontstaan circa 1500. Oorspronkelijk onderdeel van een complex huis met als hoofdvolume Braambergstraat nummer 10. Later gesplitst en heden bestaande uit drie delen: centraal diephuis (D) van twee traveeën met trapgevel (6 en 7 treden + topstuk), links ervan zijvleugel (E) van twee traveeën met achteraan ingewerkte traptoren op vierkante plattegrond; rechts een breedhuis (C) van twee traveeën met lijstgevel. In 1839, wijzigen van laatgotische gevelindeling onder meer rondboogpoort vervangen door rechthoekige, aanbrengen van hoge schuiframen in plaats van kruiskozijnen, en toevoegen van een typische houten erker en kroonlijst op klossen. In 1991, restauratie naar ontwerp van architect R. De Jaegher (Brugge): inrichten van de zolder tot woonruimte en hiertoe gedeeltelijk vernieuwen van de dakconstructie.
Verankerde en geelbeschilderde baksteenbouw op bepleisterde plint; twee bouwlagen onder zadeldaken (Vlaamse pannen). Drie kelderopeningen waarvan één betralied en één onder zandstenen latei. Rechts, rechthoekige poort in geprofileerde omlijsting. Rechthoekige vensters op arduinen lekdrempels in gewitte geriemde omlijstingen; geometrische ijzeren vensterleuningen op de bovenverdieping. Klein zoldervenster links met afgeschuinde dagkanten en zandstenen latei. Origineel 19de-eeuws houtwerk onder meer rechthoekige vleugelpoort en rechthoekige, classicistische erker met uitstekende kroonlijst op klossen. Achtergevel van centraal pand: lijstgevel met vensters in verdiepte nissen voorzien van afgeschuinde dagkanten. Traptoren aan westzijde versierd met twee ongelijke blinde nissen met afgeschuinde dagkanten; vensters en bakstenen maaswerk; binnenin, wenteltrap van Brabantse zandsteen. Achtergevel van het breedhuis: voormalige galerij bestaande uit een kleine, gedeeltelijk gedichte korfboogarcade opgevangen op een middenzuil en twee halfzuilen.
Interieur. Hoofdvleugel: kelder met tongewelf; balklagen bestaande uit moer- en kinderbalken met sleutelstukken met peerkraalmotief; sporenkap met flieringbalken.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief, doss. 202/0173.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Verslag bouwhistorisch onderzoek door D. Van Eenhooge, mei 2002.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 22/1839.
Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Nota.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 153-154.
CONSTANDT L. (ed.), Behoedzaam omgaan. Monumentenzorg in Brugge, 1988-1993, 1994, p. 78-79.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
