Diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder afgewolfd zadeldak, met kern uit de 17de eeuw. Gevel uit de 19de eeuw als verbouwing van een puntgevel, zie blinde vensters in de zijtravee van de zolderverdieping (zie dakhelling). Verankerde en beschilderde, bakstenen lijstgevel bekroond door een omlopende kroonlijst op klossen. Op de tweede bouwlaag, rechthoekige vensters met afgeschuinde dagkanten, lekdrempels en strek, verlaagd in de loop van de 19de eeuw, zie sporen van speklagen ter hoogte van de boven- en tussendorpels; hoge ontlastingsbogen. Verzorgde begane grond: houten, neoclassicistische pui van 1922: gecanneleerde pilasters onder puibalk en druiplijst, links vleugeldeur en rechts winkeldeur met typische geometrische tracering in het bovenlicht; ook voor de tijd kenmerkende gebogen beglazing aan weerszij van de inspringende winkeltoegang.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 157/1922.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 154.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)