Breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (leien), van "JAAR / 1907", zie gevelsteen naar ontwerp van architect J. De E (onleesbaar), (Brugge) in opdracht van van Dhr. Jonaert, zie gevelsteen met "JO". Bakstenen lijstgevel met dubbelhuisopstand, horizontaal geleed door kordons en doorgetrokken lekdrempels van natuursteen. Rondboogvensters onder geblokte ontlastingsbogen. Drie dakkapellen opgevat als variante op aedicula met enige neo-Vlaamse-renaissance inslag.

Rechts, poortje leidend naar beboomde stadstuin. Fraai tuinpaviljoen in overgangsstijl tussen Lodewijk XV en XVI met opschrift "M D C C L X I X" (1769) in de fries. Consoliderende restauratie naar ontwerp van architect A. Dugardyn (Brugge) in 1998-1999. Gearticuleerd volume van vijf traveeën en één bouwlaag onder complexe geknikte en afgewolfde bedaking (Vlaamse pannen). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel waarin drie middentraveeën zijn opgevat als sterk uitspringend risaliet, afgeboord door imitatiehoekblokken en bekroond door driehoekig fronton. Centrale rondboogdeur en -vensters - type fenêtre à terre - in vlakke omlijstingen met schelpsluitsteen. Uitvoerig versierd fronton met ovale oculus omgeven door uitgesproken rocaillemotieven in reliëf. Zijtraveeën eveneens afgelijnd door pseudo-hoekblokken; zelfde venstertype maar in licht getoogde omlijsting. Origineel houtwerk met kleine en waaiervormige roedeverdelingen en versierd kalf. Blinde achtergevel opgenomen in de tuinmuur. Hoge centrale schoorsteenschacht met mijterboogvormige uitsprong.

Interieur. Middenruimte met rococogetinte aankleding: stuclambriseringen, voorzien van lijstwerk onder de omlopende kooflijst, ook boven de extra versierde boezem van de marmeren schouw. Links en rechts, dienstvertrekken onder meer links keuken met typische schouw.