Hotelcomplex, deels ondergebracht in het voormalige kloostergebouw van de alexianen of cellenbroeders. Laatst genoemde orde, ontstaan in de loop van de 13de eeuw, doch pas circa 1475 aanwezig in Brugge en verjaagd uit hun klooster in 1794. Nadien inrichten van gebouwen als militaire gevangenis en magazijn. Vanaf 1841 ingenomen door de broeders der liefde en gebruikt als klooster met school en bejaardenafdeling.
1861: uitbreiding met klassenvleugel aan Oude Gentweg.
1912: verbouwingen onder meer aan kapel naar ontwerp van architect A. De Pauw (Brugge).
1988: sloop van de meeste kloostergebouwen en bouw van hotelcomplex met ondergrondse parking naar ontwerp van architect W. Verstraete (Gent).
Aan straatzijde, moderne poort, als het ware gedragen door zuilen, leidt naar gemeenschappelijk binnenplein met plantsoen en dakruiter afkomstig van 19de-eeuwse kloosterkapel. Rechts van poort, overblijfsel van de kloosterkapel, heden ingericht als winkelgalerij. Links op binnenplein, voormalige kloosterrefter, opgenomen in nieuwbouw. Vleugel van acht traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok loodrecht op de straat; Vlaamse pannen, acht recente dakvensters); vier linker traveeën van rode baksteen van 1540 en rechter travee van gele baksteen uit de 19de eeuw. Verankerde lijstgevel geritmeerd door Brugse travee, type I met gekoppelde boogjes met maaswerk op de borstweringen en korfbogige afsluiting, in eerste travee doorlopend over kelderopening. Kelderopeningen in segmentboognissen met afgeschuinde dagkanten. Herstelde kruiskozijnen op de bovenverdieping. Rechts van tweede en zesde travee: drielobnis met afgeschuinde dagkanten waarin links beeldje van Maria met Kind en eronder opschrift "TOON DAT GIJ / ONZE MOEDER ZIJT / 17-9-1944".
Interieur. In 16de-eeuws refterdeel zijn moer- en kinderbalken bewaard met geprofileerde sleutelstukken, afgewerkt met vierlobbig, ijzeren plaatje.
Rechts, volledige nieuwbouw gekarakteriseerd door strakke indeling en gebruik van beton; een glazen verbindingsgang leidt naar gebouwen aan Oude Gentweg. Volume, geleding, ritmering en afwisseling tussen horizontalisme - lekdrempels en lateien - en verticalisme - zuilen en pilasters - waren bedoeld aan te sluiten bij het straatbeeld.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 84/1912.
- ARNOU R., FORMESYN M., Brugge nog sconer? Een wandeling door het hedendaagse Brugge, Brugge, 1989, nr. 1.
- FONTIER J., Eigentijdse architectuur in Brugge (3), in Brugge die scone, XII, 1990, nr. 2, p. 7-9.
- RYCKAERT M., Historische Stedenatlas van België, Brussel, 1991, p. 179.