Oorspronkelijk één breedhuis van zeven traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, vermoedelijk met kern uit de 17de eeuw; later gesplitst in twee enkelhuizen van vier en drie traveeën. Verankerde, bepleisterde en beschilderde lijstgevel van vóór 1843. Vlakke gevel met eenvoudige rechthoekige openingen op lekdrempels en afgeboord door fijne waterlijst en houten kroonlijst. Nummer 120 met zwaar verankerde dwarsvleugel, opklimmend tot de 17de eeuw, zie balklagen. Bakstenen lijstgevel van twee traveeën. Verhoogde begane grond met voutekamer waaronder kelder met tongewelf. Rechthoekige vensters met afgeschuinde dagkanten, waarvan muurdam onderaan uitloopt op steunbeer.
Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Fiche, juni 1977.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 162.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)