Oorspronkelijk één pand bestaande uit een hoofd- en bijhuis, opgetrokken in twee fazen in de loop van de 13de eeuw, zie baksteenformaat. In de loop van de 17de eeuw geplitst in twee huizen met name Meestraat nummer 4 en Meestraat nummer 2 - Steenhouwersdijk nummer 6, afleesbaar uit de verschillende kelderoverwelvingen en zie Poppkaart (1856). Circa 1900, verdeeld in huidige drie woningen. "Kunstige Herstelling" van 1997 naar ontwerp van architect L. Vermeersch (Brugge): opdelen van Steenhouwersdijk nummer 6 in twee appartementen. "Kunstige Herstelling" van 1999-2001 naar ontwerp van architect L. Vermeersch (Brugge) onder meer openen van blinde vensters, aanbrengen van afgeronde dakkapellen en consoliderende restauratie van gevels en bedaking.
Samenstel van drie bouwlagen en respectievelijk vier + vier traveeën (Meestraat nummer 2), drie/twee/één traveeën (Meestraat nummer 4) en twee traveeên (Steenhouwersdijk nummer 6). Verankerde en beschilderde bakstenen lijstgevels op bepleisterde plint. Verhoogde begane grond met verschillende kelderopeningen onder meer vier luiken aan Steenhouwersdijkzijde; deuren toegankelijk via arduinen bordestrappen van 5 treden. Rechthoekige openingen op arduinen lekdrempels. Aan Steenhouwersdijkzijde, sporen van afgekapte puilijst. Omlopende houten kroonlijst op klossen. Op zolderniveau van Meestraat nummer 2/ Steenhouwersdijk nummer 6 bewaart de achtergevel een wimberg, opgebouwd uit grote spitsboogvormige bakstenen. Achtergevel van Meestraat nummer 4/ Steenhouwersdijk nummer 6 behoudt consoles van Doornikse kalksteen die binnenin een strijkbalk ondersteunen (eertijds onderbroken door verdwenen haardvolume).
Interieur. Meestraat nummer 2: Kelder overdekt met graatgewelven op gordelbogen, die rusten op muurpijlers, middenpijler en twee zandstenen zuilen; voorts resten van spaarbogen die behoren tot oorspronkelijke aanleg. Inkom: vestibule en halfrond trappenhuis met Engelse trap met balustervormige trappaal uit de eerste helft van de 19de eeuw; vloer van zwarte en witte marmeren tegels; trappenhuis verlicht met ovaal bovenlicht. Salon aan Steenhouwersdijk: laatempiregetinte schouw met stucboezem, plafondlijstwerk en groot, centraal rozet. Dakconstructie bestaande uit twee gestapelde schaargebinten en een nokgebinte.
Meestraat nr. 4: kelder van drie traveeën overdekt door graatgewelven oorspronkelijk opgevangen door twee zuilen; gedeeltelijk bewaarde muurnis met lichtspleet. Op bovenverdieping, geprofileerde sleutelstukken. De dakconstructie bestaat uit een schaar- en nokgebinte waarin nokstijl en schoren verbonden door dwarshout.
Steenhouwersdijk nummer 6: vooraan overwelfd door twee graatgewelven voorzien van monogrammen IHS en MA, tussen gordelbogen die rusten op muurpijlers en achteraan door vier graatgewelven op een zandstenen zuil met eenvoudig geprofileerd kapiteel; tegen zijmuur, gotische, in de loop van de 17de eeuw overgebrachte haard met natuurstenen rechtstanden, versierd met roosjes. Voorts 19de-eeuwse aankleding onder meer Engelse trap over twee bouwlagen, lijstwerk en rozetten, medaillons en marmeren schouwen in neostijlen.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, verslag bouwhistorisch onderzoek opgemaakt door D. Van Eenhooge, 30 juni 2000.
- Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Nota, 13 augustus 1997; Nota, 1 oktober 1999.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 222.