Breedhuis van enkelhuistype van drie traveeën en twee en een halve bouwlaag onder zadeldak. Neoclassicistische, bepleisterde en beschilderde lijstgevel van 1856. Verhoogde begane grond vanaf de plint geleed door Franse voegen; twee rechthoekige kelderopeningen. Deur in vlakke omlijsting en onder geprofileerde kroonlijst op consoles; vierkant bovenlicht. Gevelbreed balkon ter hoogte van tweede bouwlaag: draagvlak op vier consoles en geometrische, smeedijzeren leuning. Rechthoekige vensters, op de bovenverdieping in geriemde omlijstingen met oren, neuten en paneelwerk. Fijne waterlijst onderbroken door als leeuwenkoppen uitgewerkte steigervullingen. Bewaard houtwerk met grote roedeverdelingen.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 223.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)