Oorspronkelijk breedhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder doorlopend zadeldak (Vlaamse pannen), uit de 19de eeuw, doch in 1937 opgesplitst in drie woningen. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, horizontaal geleed door puilijst en entablement onder de kroonlijst. Rechthoekige openingen in vlakke, licht uitspringende omlijstingen. Vergrote benedenvensters. Oorspronkelijk vermoedelijk neoclassicistisch getinte dakvensters onder driehoekig fronton, zie nummer 128., bij overige later gewijzigd.
Nummer 130, soortgelijk dubbelhuis van vier traveeën, mogelijk met oudere kern, zie kelderopeningen. Bewaard 19de-eeuws houtwerk, onder meer alle ramen en deur met gezandstraald bovenlicht op 3 treden. Voetenschraper.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 170/1937.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)