Reeks van zes breedhuizen van telkens twee/één travee en twee bouwlagen onder doorlopend zadeldak (Vlaamse pannen), met kern uit de 17de eeuw. Verankerde gevels van baksteen met duidelijk kleurverschil tussen de twee bouwlagen en de gevelbrede, getrapte top (8 treden + topstuk); aansluitende bedaking, toegevoegd in de loop van de 19de eeuw. Oorspronkelijk waren de deuren - gekoppeld bij nummers 29-31 en nummers 33-35 - met natuurstenen latei op consoles, voorzien van (gedicht) bovenlicht onder ontlastingsboog. Alle openingen hebben afgeschuinde dagkanten; op bovenverdieping, bolkozijn onder verdiept boogveld. Rondboogvormig zoldervenster in vlakke omlijsting met sluitsteen. Tussen nummers 35 en 37, ingekaste sluitsteen van een kruisribgewelf. Links van nummer 27, geveltje met 19de-eeuwse kanteelafboording en poortje (nummer 23) met arduinen latei, bekronende geprofileerde korfboognis met palmetmotief en beeld van de Heilige Rochus.
Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Nota, 18 januari 1993.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 273.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)