Breedhuis op L-vormige plattegrond, van zes/vijf traveeën en twee bouwlagen onder gemansardeerd zadeldak (Vlaamse pannen), opklimmend tot de 18de eeuw; grondig gerestaureerde rode bakstenen lijstgevel in 1886, wanneer de gevel nog acht traveeën telt. Op het schilderij van J. Garemyn (1778) loopt de gevel oorspronkelijk door tot ter hoogte van nummer 8, afgebroken in 1904. In 1903 wordt het pand verdeeld in twee enkelhuizen volgens spiegelbeeldschema en worden de twee gekoppelde neorocaille-voordeuren aangebracht. Bepleisterde en belijnende, gelede kordons; dito doorlopende banden ter hoogte van de bovendorpels en lekdrempels van de getoogde vensters in vlakke, bepleisterde omlijstingen met sluitsteen. Geprofileerde deuromlijstingen van arduin met neorocaillesluisteen. Drie rococogetinte dakkapellen met gebogen fronton.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 25/1886, nr. 272/1903.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 278.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)