Enkelhuis van drie traveeën en twee en een halve bouwlaag onder schilddak (nok loodrecht op de straat). Bepleisterde en geel beschilderde lijstgevel van 1833; reeds neoclassicistische inslag in de meer plastische afwerking en het teruggrijpen naar de klassieke vormentaal. Begane grond met imitatievoegen uitwaaierend boven de openingen; geprofileerde puilijst, waarboven volgens de bouwaanvraag een palmettenfries was voorzien. Omlopende water- en kroonlijst op klossen. Rechthoekige vensters, op de bovenverdieping in geriemde omlijsting en op de tweede bouwlaag geaccentueerd door bijkomende, doorgetrokken lekdrempels en een eenvoudig hoofdgestel. Rondbogige vleugeldeur.
Stadsarchief Brussel, Bouwvergunningen, nr. 56/1833.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 279.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)