Twee diephuizen van drie/twee en drie (nummer 11) traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken (Vlaamse pannen) uit de 17de eeuw. Tot 1865 verdeeld over vier verschillende eigendommen. Verankerde, bakstenen trapgevels (7 treden + topstuk) met deels vernieuwde getrapte toppen, zie bouwnaden en verschillende baksteensoort; zandstenen plint met kelderluiken.
Nummer 10, zogenaamd "DE GOUDEN CARPEL", zie cartouche en afbeelding, mogelijk uit 1626. Gekenmerkt door Brugse travee, type III met getrapte penant, zandstenen basissen en verfijnd maaswerk. Rechthoekige vensters met afgeschuinde dagkanten onder zandstenen latei en accoladebogige ontlastingsboog met open voeg en klaverblaadje. Centrale segmentboogdeur uit de 18de eeuw in geprofileerde, zandstenen omlijsting met sluitsteen en gestrekte druiplijst. Het houtwerk met kleine roedeverdeling dateert deels van 1933. Hijshaak onder het topstuk.
Huidenvettersplein nummer 4. Smalle achterbouw van één travee en drie bouwlagen onder zadeldak met verankerde en beschilderde, bakstenen lijstgevel.
Nummer 11, zogenaamd "IN SINT JACOB / 1626", zie gevelsteen en afbeelding in een medaillon. Rechts, zandstenen hoekblokken. Rechthoekige vensters. Bolkozijn met afgeschuinde dagkanten gevat in rondboognis op de zolderverdieping.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 942/1933.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 139 en 405-406.