Dubbelhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen), opklimmend tot 1624, zie verweerde gevelstenen doch grondig vernieuwd tijdens "Kunstige Herstelling" van 1883. Bakstenen gevel afgewerkt met kantelen en met een haast centraal getrapt dakvenster (6 treden + topstuk). Bepleisterde plint met voetenschraper, sierankers en smeedijzeren windvaan. Barok- en voornamelijk neobarokgetint zijn de geblokte ontlastingsbogen met mascarons en open voeg boven de rechthoekige vensters met de gebruikelijke afgeschuinde dagkanten doch met 19de-eeuwse lekdrempels van hardsteen op de begane grond en natuursteen op de tweede bouwlaag. Blinde bovenvensters in tweede en vierde travee voorzien van typische, in trompe l'oeil geschilderde T-ramen die elders zijn bewaard. Recent uithangbord. Voetenschraper.

Interieur. Aan straatzijde rechts salon met afwerking in neo-Vlaamse renaissance zoals lambrisering en schouw.

Links is het voormalige brandstraatje opgenomen in de gevel: neobarokgetinte elementen als korfboogpoortje met afgeschuinde dagkanten met benagelde paneeldeur en bekronende nis in geblokte rondboogomlijsting met Mariabeeldje met Kind, monogram A M. en cartouche met opschrift "WEES GEGROET MARIA".