Breedhuis van acht/zes traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen), gebouwd in 1850 in plaats van vier huizen van één bouwlaag uit de 17de eeuw; in 1850 bevond zich in elk zijrisaliet een deur, geflankeerd door aanbouw van één travee met vensteropening. Later gesplitst in drie woningen met het inbrengen van twee bijkomende deuren als gevolg en optrekken van de zijtravee met het inbrengen van de garagepoorten. Strak en sober opgevatte, bakstenen lijstgevel met zijrisalieten van één travee; bepleisterde en beschilderde plint met kelderopeningen. Typerende kordonvormende lekdrempels van arduin; omlopend bepleisterd wit hoofdgestel en dito kroonlijst opklossen. Benedenvensters met persiennes; deuren op drie treden. Eenvoudige smeedijzeren leuningen met typisch dubbel krulmotief voor de vensters van de tweede bouwlaag. Aan beide zijden, lagere travee van twee bouwlagen, eveneens belijnd door de kordonvormende lekdrempels van de tweede bouwlaag en een bepleisterd entablement, behouden aan linker zijde. Aangepaste openingen op de begane grond en latere linker dakkapel.
Stadarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 124/1850.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 445.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)