Diephuis van twee/één traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen) teruggaand tot de 16de eeuw. In de loop van de tweede helft van de 19de eeuw – eerste helft van de 20ste eeuw toevoegen van rondboogdeur. Oorspronkelijk, zie Marcus Gerards (1562), horend bij tuin van nummer 7. Consoliderende restauratie in 1978 naar ontwerp van architect L. Dugardyn (Brugge), slopen van de aanbouw en herstellen van de achtergevel; in 1988 uitbreiding aan tuinzijde met moderne aanbouw naar ontwerp van architecten P. Robbrecht en H. Daem (Gent).
Verankerde bakstenen tuitgevel met hermetselde top. De rechter Brugse travee type I heden afgesloten door een licht getoogde strek heeft afgeschuinde dagkanten, zandstenen kruiskozijnen onder gekoppelde tudor- en korfboogjes op vernieuwd middenconsooltje. Klein rechthoekig bovenlicht met afgeschuinde dagkanten en zandstenen dorpels boven de recentere rondboogdeur. Rechts, ruitvormig metselaarsteken van verglaasde baksteenkoppen.
De achtergevel is een verankerde bakstenen tuitgevel geordonneerd door twee Brugse travee Type I met zandstenen kruiskozijnen; rechthoekig zoldervenster in korfboognis, afgeschuinde dagkanten. Versmallende vierkante schoorsteenschacht midden op het dak.
Interieur. Oorspronkelijke 16de-eeuwse indeling met op begane grond en bovenverdieping telkens twee kamers. In de voorkamers een eikenhouten spiltrap, in de achterkamers gotische schouwen, op de bovenverdieping voorzien van een schildje met huismerk. Bewaarde balklagen met balksleutels, laatst genoemde met peerkraalprofiel. in de achterkamers. Dakconstructie met hanenbalkjes, schaar- en gevelgebinte.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier DW000551.
- Dienst Infrastructuur en Ruimtelijke ordening Brugge, Bouwvergunningen, nummer 150/1988.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 261.