Circa 1907 opgericht als kraamkliniek van en aansluitend bij het domein van het Sint-Janshospitaal. Het ontwerp van architect A. De Pauw (Brugge) vervangt een rij van vier eenvoudige huizen met 19de-eeuwse lijstgevels en enkele lage 16de-eeuwse(?) huisjes. Vanaf 1978 ingenomen door de stedelijke Dienst voor Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening. Het verankerde bakstenen complex op arduinen plint heeft twee bouwlagen en vier vleugels opgesteld rondom een vierkante binnenkoer: twee korte dwarsvleugels verbinden de langere straat- en tuinvleugel. Het gebouw is opgetrokken in neogotische stijl met afwisselend trap- en lijstgevels. Voorts gekenmerkt door gebruik van dakvensters met tuitgevels, de verschillende Brugse travee-indelingen, rondboogfriezen, pittoreske dakkapellen, boogvelden en borstweringen versierd met neogotisch maaswerk. De vensters met afgeschuinde dagkanten hebben zandstenen kruiskozijnen.

Aan de straat is de gevel van elf traveeën symmetrisch opgevat, de centrale vooruitspringende inkomtravee met verhoogde trapgevel (4 treden + topstuk) wordt geflankeerd door twee vleugels met een lijst- en licht vooruitspringende trapgevel (8 treden + topstuk). De brede poort met tudorboogomlijsting van arduin, bekroond met hogel, leidt naar de binnenkoer. De poortdoorgang heeft vier traveeën, de bakstenen graatgewelven zijn afgescheiden door gordelbogen rustend op arduinen consoles. Op de gekasseide binnenplaats is een centraal plantsoen aangelegd met siervaas op sokkel. Tegen de oostgevel is het trappenhuis ingepast in een uitbouw van twee traveeën breed en met rechts de ingang. Aan de noord- en zuidkant geven arduinen buitentrappen met fraaie smeedijzeren leuningen toegang tot het gebouw. Een gelijkaardige trap staat aan de zijkant van de westvleugel.

De langere, monumentale tuingevel is eveneens symmetrisch opgevat. Centrale vijfhoekige uitbouw met voormalige kapel op de bovenverdieping. De flankerende vleugels hebben acht traveeën en een lage aanbouw van vier traveeën.