erfgoedobject

Huize Minnewater en conciërgewoning

bouwkundig element
ID
82380
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/82380

Juridische gevolgen

Beschrijving

Huize Minnewater, in 1978 wordt beslist de kliniek in te richten als rust- en verzorgingstehuis voor bejaarden, voorheen zogenaamd "Minnewaterkliniek". Ruim neogotisch complex van 1885-1892 naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge) dat zich over de hele straatlengte uitstrekt.

1820: de zusters van liefde (opgericht in 1803) zenden twee zusters naar Brugge om oude, zieke en hulpbehoevende vrouwen te helpen. Ze vestigen zich in de Oude Burg. 1824: aankoop door de zusters van het voormalig Kartuizerinnenklooster zie Kartuizerinnestraat nummer 4. 1880: architect L. Delacenserie (Brugge) krijgt opdracht van de Commissie van de Burgerlijke Godshuizen tot het bouwen van een gasthuis voor bejaarde vrouwen. 1886: aanvatten van het werk op het einde van de meers op oude bleekweiden van het Begijnhof en ontwerpen van een nieuwe straat. Het complex omvat onder meer: het lange gebouw met noordgevel aan de straat: kloostervertrekken in de oostvleugel, aansluitende inkompartij met aanleunende haakse kapel en diensten en hospitaalaanhorigheden ondergebracht in de westvleugel met haaks daarop vier ziekenzalen. Voorts dienstgebouwen met portierswoning, huis van de aalmoezenier zijnde directeur zie nummer 2 met tuinmuur en ingangspoort van het Begijnhof. Het ontwerp voorziet eveneens een soort van pandgang aansluitend bij de oostvleugel, met centraal kinderpaviljoen in de zuidvleugel en hierop aansluitend nogmaals vier haakse gebouwen. 1891: ontwerpen van hoekhuis met de Oostmeers. 1892: het complex met naam Sint-Antoniusgesticht, wordt ingewijd door bisschop Faict. 1935: door toedoen van Prof. Dr. Sebrechts wordt het gasthuis bij het Sint-Janshospitaal gevoegd. De bejaarden verhuizen naar andere instellingen, het gasthuis wordt als Minnewaterkliniek heringericht. Vanaf 1938 zorgt een viaduct, zie Zonnekemeers, voor een verbinding tussen beide gebouwen. In de loop van de Tweede Wereldooorlog: gebruikt als militair hospitaal. 1947: in gebruik name van het Sint-Janshospitaal als ziekenhuis voor heelkunde. 1976: het Sint-Janshospitaal verhuist naar een nieuwe vestiging op Sint-Pieters. 1978: Minnewaterkliniek wordt rust- en verzorgingstehuis met latere toevoeging van palliatieve dienst; aanpassings- en uitbreidingswerken naar ontwerp van architect L. Vermeersch (Brugge) gebeuren in verschillende fasen. 1991: aanleg van de parking. 1999: ingebruikname van de vernieuwde rechter vleugel met verbinding per twee van de tuinzalen.

Aan de straat, noordvleugel van circa 175 m. met deels verspringende volumes van verschillende bouwhoogten onder zadeldaken (nok loodrecht op of parallel aan de straat, leien). Aan het linker uiteinde, bakstenen spitsboogpoort in een gekanteelde muur. Het dieperliggend centraal gedeelte van twee bouwlagen met haakse inkompartij en kapel van drie traveeën wordt geflankeerd door twee vleugels van elk vijf traveeën. Ten oosten, links ervan, -voormalige kloostervleugel van twee bouwlagen met massieve achterbouw. Ten westen, rechts ervan, vroegere ziekenhuisvleugel van één bouwlaag, waarop aan de tuinkant vier vleugels zijn geënt, heden rond drie binnenplaatsen. Volledig bewaarde voorgevelwand en achtergevels geritmeerd onder meer door licht uitspringende dwarsvleugels afgewerkt met trap- of tuitgevels en travee uitlopend in dakvensters. Verankerde baksteenbouw met verhoogde begane grond, arduinen sokkel, verwerking van zandsteen voor hoekkettingen, kruiskozijnen en geblokte omlijstingen van de centrale spitsboogvensters; ook sporadisch gebruik voor maaswerk, negblokken, beeldhouwwerk, gevelstenen. Rijke en monumentale toepassing van neogotische elementen voortgaande op de verschillende types van Brugse travee en interpretaties van de baksteengotiek onder meer rond- en spitsboogvormige openingen, verfijnd maaswerk van baksteen in de boogvelden, boogfriezen onder de gootlijsten. Levendig dakenspel onder meer door versierde schoorsteenschachten en rookmonden, trap- en tuitgeveltjes van dakvensters, arkeltjes en dakkapelletjes. Opvallende neogotische verluchtingsroosters van gietijzer.Inkom en kapel: Centrale tuitgevel tussen arkeltorentjes en buitentrap met ijzeren leuning en met bordes onder een drieledige tudorbooggalerij op arduinen zuilen; drie spitsboogvormige bovenvensters ter hoogte van het "zusterskoor" en drielichten en klein roosvenster in de top. Op de borstwering van het centrale bovenvenster; bas-reliëf van P. De Wispelaere (Brugge) met voorstelling van Maria met Kind onder baldakijn en omringd door armen en zuster, flankerende beelden van de Heilige Jozef en Heilige Donaas onder baldakijn en op console. Aan tuinzijde, aansluitende eenbeukige kapel van vijf traveeën met driezijdige apsis onder leien bedaking en dakruiter met houten klokkenstoel en naaldspits; zij- en koorgevels worden per travee afgescheiden door versneden steunberen, spitsboogvensters met neogotisch maaswerk; onder de dakrand bakstenen lijstwerk. Aan de oostkant een achthoekige sacristie in een gelijkaardige architectuur.

Tegen de achtergevel van de westvleugel van hoofdgebouw: vier haakse voormalige ziekenzalen van één bouwlaag eindigend op trapgevels en ertussen gelegen begraasde binnenpleinen. Voorts aanbouw aan de oostkant van drie bouwlagen daterend van jaren 1930 en achteraan nieuwbouw naar ontwerp van architect L. Vermeersch van 1979-1999. Ommuurde tuin en parking op voormalige gronden van het Begijnhof reikend tot aan de Begijnenvest.

Interieur: Van de oorspronkelijke toestand zijn enkel de inkom en kapel gedeeltelijk bewaard. Op de bovenverdieping voormalige kapittelzaal (cf. plan), met monumentale neogotische schouw van zandsteen met gepolychromeerde schildjes.
Alle diensttrappen uit jaren 1930 vertonen karakteristieke metalen trapleuningen.
De kapel beantwoordde oorspronkelijk aan een neogotisch totaalconcept met medewerking van onder meer beeldhouwers J. Goossens, H. Fonteyne, J. Van Nieuwenhuyse en P. De Wispelaere, orgelbouwer A. Hooghuys (Brugge); heden blijft van de aankleding weinig bewaard. Overkluizing door middel van met houten spitstongewelf met trekbalken, in de apsis steunen de schalken op consoles met voorstelling van de vier evangelisten; achteraan "tribune" of "zusterkoor" toegankelijk via arduinen spiltrap: vlakke zoldering steunend op korbelen, opengewerkte neogotische balustrade. Sacristie: achthoekige ruimte, zolder toegankelijk via arduinen spiltrap en overwelfd door metalen stervormige constructie.

Mobilair: Schilderijen: Twee panelen van J. Odevaere (1775-1830) met "De geschiedenis van de Heilige Laurentius"; Beeldhouwwerk: neogotisch gepolychromeerd retabel met voorstelling van het "Laatste Avondmaal, de Kruisiging en Vermenigvuldiging van de broden". Neogotische biechtstoel en beeldnis. Glasramen onder meer met afbeelding van de Heilige Helena.

Hoekhuis/ Begijnenvest. Voormalige dienstgebouwen onder meer met portierswoning en bakkerij: baksteenbouw van twee bouwlagen onder schilddak (leien) in gelijkaardige stijl als kliniek.

Hoekhuis/ Oostmeers met beeldbepalende zijgevel: puntgevel doorbroken door travee-nissen met maaswerk, gebruik van bol-, kruis- en kloosterkozijnen, gevelstenen met opschrift "ANNO" / "1892".

Vrijstaand bakstenen huis, voormalige woning van de aalmoezenier van het gasthuis, heden bureau van het OCMW. Combinatie van breed- en diephuis met dubbelhuisopstand van vijf traveeën en twee bouwlagen onder kruisende zadeldaken (leien), met gevelstenen "ANNO"/ "1892", naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge). Lijst- en trapgevels in neogotische stijl zie Minnewaterkliniek. Boven toegangsdeur drieledige zandstenen nis met Mariabeeld. Rechts blinde zijgevel verlevendigd met blindnissen en monumentale schouwlichamen. Voortuintje afgescheiden door hekwerk gevat tussen arduinen paaltjes.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier DW002012.
  • DE BRUYNE H., 100 jaar Minnewater, 1892-1992, tentoonstellingscatalogus.
  • ESTHER J., 800 jaar Sint-Janshospitaal deel I, 1976, p. 334-336.

Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

De Minnewaterkliniek wordt volledig omgeven door een bakstenen omheiningsmuur, onderverdeeld met pilasters en voorzien van arduinen bedekking. Aan de zijde van de Begijnenvest beslaat de omheiningsmuur alternerend drie en vier traveeën met volle muur, respectievelijk een muur waarop een laag hekwerk tussen overhoekse pijlers. De muurpartijen verschillen in hoogte. Enkele vlakken zijn doorbroken met een tudorboogvormige opening.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Huize Minnewater en conciërgewoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/82380 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.