Voormalig godshuis zogenaamd "DE MOOR/ 1480". 1480: stichting door Donaas De Moor en echtgenote Adriana De Vos. 1562: op de kaart van Marcus Gerards weergegeven als lage woningen met dakvenster. 1908: hof deels ingenomen door het achterliggende godshuis Reyphins. 1960-1961: uitbreiding van de eenkamerwoningen met één kamer aan de tuinzijde. 1997-1998: buitenschilderwerken.
Dertien lage enkelhuisjes gebouwd volgens spiegelbeeldschema, telkens van twee traveeën onder zadeldak (leipannen). Verankerde bakstenen witgeschilderde Vlaamse gevels van baksteen. Vernieuwde gevelstenen verwijzen naar de beheerders namelijk het Sint-Juliaansgesticht (vier woningen), de ambachten van de timmerlieden, de metselaars en de kuipers (elk drie woningen). Rechthoekige vensters met afgeschuinde dagkanten, terugliggende latei en bolkozijn. Korfboognis. In de per baksteenlaag getrapte dakvensters, rechthoekig luik doorgaans opgenomen in een rondbogige nis en uitzonderlijk een tudorbogige (nummer 59). Korfboogdeur met afgeschuinde dagkanten. Bewaarde balklagen en dakconstructie.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier DW000290.
Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Fiche, november 1975.
DE BRUYNE H., De godshuizen in Brugge, Roeselare, 1994, p. 48-50.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 32.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)