Huizenrij van telkens twee traveeën en één bouwlaag onder doorlopend zadeldak (Vlaamse pannen), van vermoedelijk 1872, als variante op de lokale architectuur van de 17de eeuw. Verankerde baksteenbouw met vrij gebruikelijke verwerking van vermoedelijk euvillesteen voor boven- en onderdorpels en de speklagen in hun verlengde, aanzet- en sluitstenen van de ontlastingsbogen. Aaneenschakeling volgens repeterend schema. Vormgeving aansluitend bij de Vlaamse gevel met dakvensters opgevat als trap- of tuitgeveltjes. Rechthoekige vensters met veelal aangepaste ramen; uitzonderlijk breed venster met geprofileerde tussendorpel onder een vierdelig bovenlicht met kleine roedeverderling bij nummer 48. Rechthoekige deuren met gelijksoortige tussendorpel en oorspronkelijk ook kleine roedeverdeling in het aansluitende bovenlicht.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 138/1872.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)