Herenwoning met dubbelhuisopstand; zes traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (nok parallel aan de straat). Oorspronkelijk twee diephuizen met oudere kern van respectievelijk drie en twee traveeën - zie achtergevel - in de loop van de 19de eeuw voorzien van laatclassicistische, deels verankerde, bepleisterde en beschilderde lijstgevel van twee bouwlagen, in 1881 verhoogd met derde bouwlaag. Typerende horizontale geleding door als banden doorgetrokken lekdrempels op tweede bouwlaag en geprofileerde waterlijsten onder derde bouwlaag. Rechthoekige vensters in vlakke omlijstingen; blinde vensters in de uiterste travee van de lagere derde bouwlaag. Deur in derde travee, gevat in geprofileerde omlijsting met oren. 19de-eeuws houtwerk onder meer vensters met grote roedeverdelingen en kroonlijst op klossen. Voetenschraper.

Interieur. Traditionele planindeling met centrale gang waarop salons uitkomen. Rechter salon aan straatzijde bewaart witmarmeren 18de-eeuwse schouw met blauwverversscène en versierde boezem met onder meer medaillon en ingewerkte spiegel (19de eeuw?). Overige salons met voluteschouwen en fijn empiregetint lijstwerk. Op de bovenverdieping, kamer met empireschouw tussen ingemaakte kasten uit de 19de eeuw. Aan Spikkelboorstraat: breedhuis van drie traveeën en één bouwlaag onder schilddak (nok parallel aan Spikkelboorstraat; Vlaamse pannen); klimmende dakkapel. Bewaarde oudere kern. Zwaar verankerde baksteenbouw met verschillende sporen van verbouwingen onder meer ontlastingsbogen en muuropeningen.