Breedhuis van vier/vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), mogelijk uit de 16de eeuw; markante schoorsteenschacht ter hoogte van de tweede/derde travee. Op Poppkaart (1865) quasi volledig vrijstaand pand met achterliggende tuingronden. "Kunstige Herstelling" van 1990-1992: consoliderende restauratie met aanpalende nieuwbouw en achterliggend garagecomplex. 16de-eeuwse hoofdvleugel: verankerde bakstenen lijstgevel, aan straatzijde met bepleisterde plint. Tegen achtergevel staat een half uitgebouwde traptoren die bewaard is tot op zolderverdieping doch verlaagd en afgewerkt met lessenaarsdak.

Interieur. Bewaarde balklagen onder meer moerbalken met kwartrond geprofileerde sleutelstukken op natuurstenen consoles, laatst genoemde uitgewerkt met holle of bolle versieringen. Tegen de dwarsmuur, rijk versierde, laatgotische schouw van Lediaanse kalkzandsteen: wangen met peerkraalprofiel op voetstuk en bovenaan uitlopend op een mannen- en vrouwenhoofd; mijtervormige afdekking, onderaan afgewerkt met keellijst met roosjes. In de torenromp, eikenhouten spiltrap.