Hoekpand van twee en twee bouwlagen onder zadeldak (nok loodrecht op de straat; Vlaamse pannen), uit de 17de eeuw. Verankerde bakstenen trapgevel, volgens L. Devliegher sinds 1695 in plaats van een houten gevel; op zijn beurt vernieuwd in 1931 in historiserende stijl met onder meer typisch gebruik van simili voor geblokte ontlastingsbogen met mascarons, hoekbeeld van Maria met Kind, plint en afgeschuinde hoek. Verankerde bakstenen zijgevel van acht traveeën en twee bouwlagen, afgelijnd door houten kroonlijst op klossen. Bovenverdieping in overstek op boogfries: vijf aaneengesloten rondbogen op kleine kraagstenen vooraan en bredere achteraan met tussenliggende penanten op imposten. Rondboogdeur van 1921 in laatste travee. Enkele vensters met houten rolluikkasten. Onder eerste boog, reliëf met voorstelling van Verrijzenis van Christus uit de 17de eeuw.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 332/1921, nummer 946/1931.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 74.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)