Eclectisch bel-etageburgerhuis met schoudergevel van drie traveeën en drie bouwlagen + entresol onder zadeldak (Vlaamse pannen), van 1900 naar ontwerp van architect A. Raoux (Oostende). In 1946, vervangen van de originele erker door een balkonleuning naar ontwerp van architect H. Verbruggen. "Kunstige Herstelling" van 1995. Typisch voortzetten en actualiseren van zogenaamde "traditionele" elementen, zie opvatting van de geveltop met zware schouderstukken en bol- en kleine aediculabekroning en ook qua materiaalgebruik. Baksteenbouw in combinatie met arduin voor sokkel en doorgetrokken lateien van het souterrain; natuursteen voor de geprofileerde puilijst en de speklagen ter hoogte van onder-en bovendorpels en de kalven van de ramen; verder ook voor de archivolten met sluitsteen, al dan niet aansluitend bij een rollaag, en voor de consoles en draagvlak van de houten erker. "Klassieke" enkelhuisopstand, doch met eigentijdse verhoogde begane grond en centrale neoclassicistische erker. Afwerking van de muuropeningen deels aanknopend bij de neobarok en het neoclassicisme, zie de gekoppelde rondboogvensters en -deur. Voorts smalle zijvensters met halfrond bovenlicht en vrije interpretatie van een serliana in de top. Verzorgd houtwerk onder meer voordeur en erker. Voetenschraper.
Interieur. Oorspronkelijke tweeledige indeling bewaard: smalle gang op twee niveaus(acht treden), neoclassicistische aankleding onder meer voluteconsoles en houten bordestrap.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 196/1900 en 420/1946.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)