Twee diephuizen van elk drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken, volgens A. Duclos van 1741. Gevel van nummer 51 is vernieuwd vóór 1964; nummer 49 is resultaat van consoliderende "Kunstige Herstelling" van 1964 naar ontwerp van architect J. De Coster, na diens overlijden overgenomen door J. Priem (Brugge) onder meer toevoegen van de witstenen plint, aanbrengen van kruiskozijnen met glas in lood in de bovenlichten en bolkozijnen in de top, vernieuwen van de rondboognissen in de geveltop, de cartouches en vervangen van de onder- en bovendorpels.
Barokke trapgevels (respectievelijk 9 en 6 treden + topstuk) met overkragende bovenbouw op rondfries met natuurstenen consoles. Verankerde baksteenbouw met gebruik van natuursteen; opvallende bouwnaad tussen de derde en vierde travee en onder het zoldervenster van nummer 51, wat blijkbaar wijst op de vernieuwing van de geveltop. Vensters opgenomen in geblokte rondboognissen met afgeschuinde dagkanten en aanzet- en sluitstenen.
Bij nummer 49 zijn laatst genoemden verrijkt met mascarons en met cartouches in de boogvelden; de geblokte rondboogopening in de top is afgesloten met een luik. Het analoge, soberdere nummer 51 vertoont een rechthoekige deur in geprofileerde neobarokke omlijsting; rechthoekige bovenvensters en versierde rolluikkasten op de bovenverdieping. De achtergevel van nummer 49 is een verankerde en beschilderde puntgevel van baksteen met grote, latere vensteropeningen; bij nummer 51, dito puntgevel doch met vensters onder strek.
Het aanpalende nummer 47 is vermoedelijk het 17de-eeuws poortgebouw; twee traveeën en twee bouwlagen met gekanteelde, beschilderde gevel van baksteen. In 1874 is de poort verplaatst van de rechter naar linker travee. Spitsboogpoort met afgeschuinde zijkanten onder fijne waterlijst en met sluitsteen; rechts sporen van oorspronkelijke poortboog.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 569/1964.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 277.
- DUCLOS A., Bruges. Histoire et souvenirs, Brugge, 1910, p. 548.