Nummer 7-9/ Hugo Losschaertstraat. Klooster van de zusters van Karmel.

Rechthoekig complex bestaande uit verschillende vleugels rondom een kloosterhof en ten zuidwesten palend aan grote ommuurde tuin (parallel met Hugo Losschaertstraat). Aan straatzijde: 19de-eeuwse kapel, in het verlengde een pand met oudere kern en op de hoek met Hugo Losschaertstraat, lager poortgebouw.

In de loop van de eerste helft van de 16de eeuw, locatie van de "Latijnse Schole" van de Brugse humanist, historicus en kroniekschrijver Jacob de Meyere.
In de loop van de 18de eeuw: eigendom van abt Donche, stichter van de zusters van de Heilige Jozef Calasanz, die er onder meer van 1797 tot 1812 het Heilig Bloed liet verbergen.
1833: verbouwing van een distillerie tot klooster voor de in 1817 gevluchte zusters theresianen, oorspronkelijk gevestigd in hun klooster aan de Hugo Losschaertstraat, zie Achiel Van Ackerplein.
1846: bouw van de tuinmuur.
1877: bouw van de kapel en onder meer plaatsing van een altaar van de M. Stolzenberg (Amsterdam), (1879).
1892: aanbrengen van de gedenksteen in verband met het Heilig Bloed op kapelmuur; opschrift "HET HEILIGE, WEERDE, ZOETE BLOED ONS / HEEREN JESU=CHRISTI RUSTTE HIER, ANNO / DOMINI 1797 = 1812, ONDER HR LODEW. / DONCHE, PR. - L.D.S.".
1904: decoreren van de kapel onder meer beschildering van het interieur door G. Janssens.
2002: overschilderen van het interieur van de kapel en vernieuwen van het meubilair.

Niet georiënteerde, neogotische kapel, gebouwd in 1877; zes traveeën en één bouwlaag onder leien zadeldak (nok parallel aan de straat, twee kleine dakvensters; leien). Verankerde, bakstenen lijstgevel uiterst links doorbroken door een spitsboognis met brede, ingeschreven vleugeldeur; bekronend beeld van Maria met Kind; voorts spitsboogvensters. Witbeschilderd houten spitsbooggewelf met trekankers.

In het verlengde van kapel, vleugel met onder meer sacristie en ontvangstruimten. Bakstenen vleugel van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen), gebouwd in 1865 doch deels met oudere kern, zie bewaarde moerbalk op natuurstenen console in de voormalige sacristie. Verankerde bakstenen lijstgevel op de bovenverdieping geritmeerd door (deels gedichte) segmentboogvensters in geprofileerde omlijstingen met oren, doorgetrokken over borstweringen en zo verbonden met kleine betraliede openingen van de begane grond. Tegen de zuidwestgevel, lagere pandgang deels tegen de oorspronkelijke buitenmuur bebouwd, zei nog zichtbare jaarankers en groot schuifraam met kleine roedeverdelingen.

Ten westen van het kloosterhof: twee parallelle vleugels (nok loodrecht op de kapel; Vlaamse pannen) met kern opklimmend tot de 16de eeuw, zie bewaarde balklagen. Verankerde en beschilderde bakstenen lijstgevel van vijf traveeën met deels in de 19de eeuw aangepaste vensters onder meer rondbogig op begane grond. De oorspronkelijke verankerde en per baksteenlaag getrapte noordelijke zijtuitgevel met spoor van ontlastingsgboog is in de loop van de tweede helft van de 19de eeuw of 20ste eeuw ingebouwd in de noordelijke vleugel. Aan oostzijde van kloosterhof, soortgelijke vleugel.

Het poortgebouw van drie traveeën vertoont sporen van oudere doorgang.

Grote, ommuurde en beboomde stadstuin met onder meer Japanse kerselaar; achteraan rococogetint tuinhuis van drie + één traveeën onder zadeldak naar het patroon van een 18de-eeuws paviljoen. Gecementeerde lijstgevel met afzomende hoekblokken. Geaccentueerde inkompartij tussen geïncurveerde, gelede deuromlijsting. Ovaal radvenster in het hoog, gevelbreed fronton. Bewaard houtwerk met kleine roedeverdeling.