Voorgevel met enkelhuisopstand van drie traveeën en drie bouwlagen, van 1903, ter vervanging van een trapgevel; oudere kern, zie getraliede kelderopeningen en achtergevel. Neoclassicistische, bepleisterde en beschilderde lijstgevel met kenmerkende imitatievoegen op begane grond, horizontaliserende puilijst, entablement met fijne water- en tandlijst en houten kroonlijst op modillons waartussen spiegels. Rechte of licht getoogde (derde bouwlaag) vensters in bepleisterde omlijstingen met oren, sluitstenen, paneelwerk en spiegels op de borstweringen van derde bouwlaag en als (arduinen) banden doorgetrokken lekdrempels. Achteraan, bepleisterde en verankerde puntgevel.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 194/1903.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 350.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)