19de-eeuws samenstel van drie oudere diephuizen onder afgewolfde zadeldaken, achteraan uitziend op een grote tuin, toegankelijk via smeedijzeren hek aan de Azijnstraat. Oorspronkelijk drie 16de tot 17de-eeuwse huizen met gotische trap- en tuitgevels. In 1835 worden de twee linker trapgevels verbouwd tot lijstgevel met behoud van de traveenissen en in rechter travee een rechthoekige poort. In 1852 wordt de poort herleid tot een venster en de rechter tuitgevel aangepast tot lijstgevel met links een bredere deurtravee. In zijn huidige vorm dus verankerde en bepleisterde lijstgevel van acht traveeën en twee en een halve bouwlaag. De rechthoekige vensters zijn gevat in Brugse travee, nu herleid tot type I, met rechthoekige afsluitingen; bijkomende dunne, geprofileerde omlijstingen van hout met sluitsteen op de eerste twee bouwlagen. Bredere, risalietvormende poorttravee; deels beglaasde vleugeldeur met gietijzeren roosters en bekronend balkon op consoles met vernieuwd, ijzeren hek. Sierlijke, houten rolluikkasten op eerste en tweede bouwlaag.

De achtergevel bestaat uit drie verankerde en gecementeerde tuitgevels, alle drie voorzien van een bolkozijn in de top; in de twee linker gevels, licht getoogde bovenvensters gevat in geprofileerde omlijstingen met oren. Bewaard 19de-eeuws schrijnwerk onder meer T-ramen. Op de begane grond, aanbouwen van één bouwlaag en rechts een gevelserre uit de 19de eeuw.

Interieur. Bewaarde balklagen en dakconstructies uit de 16de tot 17de eeuw. De voormalige koetsdoorgang verdeelt de woning in linker woongedeelte en rechts dienstvertrekken. Op de begane grond, bordestrap en vier salons met rijke aankleding in neostijlen onder meer in neorenaissance- en neo-Lodewijk-XVI-stijl met muur- en plafondschilderingen, lambriseringen, ingewerkte spiegels, lijstwerk, marmeren schouwen en parket en ook glas-in-loodramen.