Diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen), mogelijk met oudere kern; trapgevel met enkelhuisopstand in 1855 vervangen door een lijstgevel met zelfde opstand. Bepleisterde en beschilderde gevel met eenvoudige rechthoekige vensters op arduinen lekdrempels; blind middenvenster op de lagere derde bouwlaag. Bewaard, later houtwerk onder meer T-ramen met geprofileerde naald; verzorgde rolluikkasten en deels beglaasde deur met deurrooster dateren uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Vernieuwde kroonlijst. De achtergevel is een verankerde, bakstenen puntgevel. Nummer 30, met soortgelijke gevel van twee traveeën aansluitend bij nummer 32, doch gebouwd na 1855 ter vervanging van een lagere tuitgevel.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 20/1855.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 353.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)