Samenstel van twee parallelle breedhuizen onder zadeldaken (Vlaamse pannen), aan straatzijde zeven traveeën en drie bouwlagen, beide uit de 17de eeuw, zie balklagen en de dakconstructie van de lagere achterste vleugel bestaande uit schaar- en nokgebinten. In 1843 verhoogd met de mezzanino. Aan straatzijde, dubbelhuis met verankerde en beschilderde bakstenen lijstgevel, afgeboord door waterlijst en houten kroonlijst op klossen. Rechthoekige vensters onder strek en ontlastingsboog. Bovenvensters met afgeschuinde dagkanten wijzend op de oude kern; strek en ijzeren leuningen met fijne spijlen uit de eerste helft van de 19de eeuw. Opvallende rococosegmentboogdeur met ingeschreven bovenlicht opgenomen in een beschilderde omlijsting van natuursteen: typische 18de-eeuwse ornamentatie met schelp- en loofmotief in de sluitsteen en op de zwikken, en ter accentuering een licht gebogen druiplijst; fraaie smeedijzeren waaier in het bovenlicht. Aansluitende houten erker onder kroonlijst uit de eerste helft van de 19de eeuw en met soortgelijke leuning als deze van de vensters; hijshaak. Vernieuwd houtwerk naar 18de-eeuws mode, dit is een kleine roedeverdeling op eerste twee bouwlagen; vernieuwd op de mezzanino. Voetenschraper.

De verankerde en bepleisterde achtergevel is een lijstgevel die middenin is gemarkeerd door een tuitgevel met schouderstukken. Rechthoekige bovenvensters. Op de begane grond, aangebouwde bakstenen constructie met glas uit de tweede helft van de 20ste euw. Op de bovenverdieping, rechthoekige vensters.

Interieur. Het salon aan straatzijde bewaart schouw in Lodewijk Philippestijl uit de tweede helft van de 19de eeuw. In achterste vleugel van hoofdvolume, rechts salon met 18de-eeuwse nis met rocaille versiering en kamer met waardevol 18de-eeuws plafond.