Diephuis van vijf/drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Trapgevel met uitzicht uit de eerste helft van de 18de eeuw, volgens L. Devliegher waarschijnlijk van 1728 ter vervanging van een houten gevel. Oude kern uit de 16de eeuw. Huidige travee-indeling van 1854. Consoliderende "Kunstige Herstelling" van 1975 naar ontwerp van architect R. Platteeuw (Brugge) onder meer openmaken van de oculi, bepleisteren en beschilderen van de benedenbouw op basis van bestaande sporen en herbouwen van de achtergevels. Verankerde trapgevel (9 treden en topstuk) van gele baksteen met rechthoekige muuropeningen onder segmentboogvormige ontlastingsbogen met sluitstenen. Bepleisterde benedenbouw met arduinen penanten en doorlopende onderdorpels. Voetenschraper. Bovenbouw: vensters met afgeschuinde dagkanten en natuurstenen lateien. Zoldervenster omgeven door drie ovale oculi met bakstenen omlijsting. Achtergevels: bakstenen punt- en tuitgevel, rondboognissen met afgeschuinde dagkanten in de top.

Interieur. Kelder met tweebeukig tongewelf. Bewaarde balklagen met sleutelstukken, enkele laatgotische schouwen onder meer met rozetversiering en gebeeldhouwde kopjes, in de hal een nis met driepasboog, op de bovenverdieping een korfboognis met afgeschuinde dagkanten. Dakgebinte met dubbele schaargebinten en hanenbalken.