Enkelhuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen). Oorspronkelijke gevel met centrale tuitgevel en barokelementen: onder meer een deur met geblokte barokomlijsting, kruiskozijnen met negblokken en doorlopende tussendorpels, rondboogvenster geflankeerd door twee ovale oculi in de top. In 1830 vereenvoudiging van de gevel door het wegnemen van de specifieke 17de-eeuwse elementen. Huidige neoclassicistische gevel van 1871. Bepleisterde en beige-beschilderde lijstgevel. Gebruik van arduin voor plint, geriemde omlijstingen, kordons en onderling verbonden lekdrempels die op begane grond steunen op consoles. Imitatievoegen op de verhoogde begane grond en aflijnende kroonlijst met klossen. Rechthoekige muuropeningen, op tweede bouwlagen met oren, op de mezzanino, karakteristieke vierkante vensters met oren en neuten. Bewaarde 19de-eeuwse ramen met grote roedeverdeling en mok. Twee voetenschrapers.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 25/1830, nummer 4/1871.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 12.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
