De oude kerk, een neoclassicistische zaalkerk uit de eerste helft van de 19de eeuw, werd bij de vergroting in 1950 gebruikt als transept voor de nieuwe kerk, naar ontwerp van architect Deré.
De plattegrond van de oude kerk beschrijft een schip met ingebouwde westtoren, en een koor van een rechte travee met halfronde sluiting; sacristie tegen de oostzijde van het koor. De nieuwe kerk heeft een verschillende oriëntering (noord-zuid). De plattegrond beschrijft een éénbeukig schip van drie traveeën met een koor van een rechte travee met vlakke sluiting en sacristie aan de oostzijde.
De westtravee met toren van de oude kerk fungeert thans als rechtse transeptarm en portaal. Baksteen met afwerking van mergelsteen; toren onder ingesnoerde naaldspits (leien); rondboogvormige, bakstenen galmgaten. Rechthoekig portaal in een geprofileerde, hardstenen omlijsting. Het koor van de oude kerk fungeert thans als linkse transeptarm. De nieuwe kerk is opgetrokken uit baksteen en voorzien van bakstenen rondboogvensters.
Bepleisterd interieur. Overwelving door middel van koepelgewelven tussen bakstenen, rondboogvormige gordelbogen.
- GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Bilzen. Brussel - Sint-Truiden, 1975, p.21-22.