In zijn huidige vorm, dubbelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder kruisende schilddaken (mechanische pannen), teruggaand tot de eerste helft van de 19de eeuw. De bouwaanvraag van 1840 voorzag een lijstgevel van drie traveeën rechts geflankeerd door poortgebouw van één bouwlaag en wintertuin met twee gekoppelde rondboogpoorten, waarvan de rechtse poort hoorde bij het huidige nummer 9. Op het plan van 1850 wordt boven de rechter poort de tweede bouwlaag met een travee uitgebreid. In 1964 komt de voordeur in derde travee en wordt de poort vervangen door een venster, zie huidige toestand. Laatclassicistische bepleisterde en lichtgrijsbeschilderde lijstgevel op grijsgroene plint met betraliede kelderopeningen. Horizontaal geleed door kordons en kordonvormende lekdrempels, spiegels onder benedenvensters, geprofileerde druiplijsten boven vensters van de bovenverdieping en kroonlijst. Rechthoekige muuropeningen in geriemde omlijstingen, bovenvensters met bijkomende kroonlijst; T-ramen en rolluikkasten op de verhoogde begane grond, spionnetje op de bovenverdieping. Deur met buitentrap en in verhouding te hoog, versierd bovenlicht als vrije interpretatie van neoclassicistische patronen.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 16/1840, nummer 82/1850, nummer 876/1964.
BEERNAERT B. (e.a.), Brugge op zijn kant, 2002, p. 174-175.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 105.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)