Middeleeuws diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), linker ingangstravee van één bouwlaag, rechts aanbouw van één travee en twee bouwlagen. 14de-eeuwse kern, doch huidig uitzicht resultaat van opeenvolgende wijzigingen. In 1580 bewoond door Gaspar de Bourgas, Spaans koopman en consul van de Spaanse natie.

1562: Marcus Gerards (1562) tekent het hoofdgebouw met aan de oostelijke kant een ronde traptoren (volgens L. Devliegher horend bij hoekhuis Langerei nummer 2) en aan de noordkant een nu verdwenen bijgebouw waarvan nog bouwsporen resten in de achtergevel.

In de loop van de 17de eeuw: aanbrengen van trapgevel.

In de loop van de 18de eeuw: enkele aanpassingen aan het interieur.

1833: de begane grond is blind, over de gevel lopen zes speklagen ter hoogte van dorpels en lateien. Linker muur met tudorboogpoort. Rechter aanbouw van één travee en twee bouwlagen op een souterrain en met getoogde toegang. De verbouwing omvat het aanbrengen van drie benedenvensters waarbij de onderste speklaag wordt weggenomen.

In de loop van de 19de eeuw: linker tudorboogpoort wordt vervangen door een laag poortgebouw met rechthoekige poort en deur geflankeerd door vier pilasters met imitatievoegen. Vensters krijgen 19de-eeuws uitzicht met T-ramen.

1883: de haast blinde linker 19de-eeuwse gevel van een magazijn, links van het poortgebouw wordt vervangen door een hogere gevel met zeven traveeën en twee bouwlagen.

1967: "Kunstige Herstelling" met historiserende inslag naar ontwerp van architect A. Degeyter (Brugge). Decaperen van de gevel, weghakken van twee bovenste baksteenbanden, invoegen van vensterkruisen, middenstijl en glas in lood in de bovenvensters en toevoegen van een zandstenen omlijsting voor de oculi. Links worden het poortgebouw en het aangrenzende tweelaagsgebouw gesloopt en vervangen door huidige deurtravee en vier garages. De rechter aanbouw wordt verlaagd, de kelderopening afgeschaft, en de bovenverdieping voorzien van een nieuwe, laatclassicistisch getinte houten erker.

Verankerde bakstenen trap- (8 treden en topstuk) en lijstgevel. Rechthoekige vensteropeningen, beluikt op de begane grond en met afgeschuinde dagkanten en "herstelde" indeling in de bovenbouw, twee achtzijdige oculi en een rondboogluik. De nagenoeg centrale schoorsteenschacht situeert de haarden.

Interieur. Kelder met tongewelf. Bewaarde balklagen met sleutelstukken, sommige met peerkraalprofiel. 18de-eeuwse opkamer. 18de- of 19de-eeuwse bordestrap en rest van een natuurstenen spiltrap. De oostelijke muur van de tweede bouwlaag behoudt een spitsbogige lavabonis uit het vierde kwart van de 14de eeuw op bakstenen posten met ingeschreven driepas; kopjes op de neuzen en dieren in de zwikken, sporen van oorspronkelijke polychromie en van jongere muurschildering met vermoedelijk Christus en de Samaritaanse vrouw bij de bron. Rechts een kaarsnis onder mijterboog met driepas. Sporenkap verbonden door hanenbalkjes, drie schaargebinten en achtzijdige makelaar, telmerken.