Eclectische gevelrij van 1928 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge). Symmetrisch opgevatte eenheidsbebouwing van tien huizen: eerste en laatste huis licht vooruitspringend en gemarkeerd door driezijdige erker. Gele baksteenbouw op gecementeerde of arduinen plint, breedhuizen met afwisselend top- en lijstgevels van twee/drie traveeën en twee bouwlagen onder geknikt zadeldak (mechanische pannen). Verwerking van traditionele elementen zoals: topgevels bij nummers 17, 21, 31 en 35 met flankerende voluten, dakvensters met tuitgevels bij nummers 23 en 29 en boogvormige muuropeningen met strekken nummers 19, 21, 27, 29, 31, 35. Daarnaast strakkere vormgeving met rechthoekige muuropeningen en doorlopende lateien bij nummers 17, 25, 27 en 33. De topgevel van nummer 17 wordt bekroond door Brugs beertje, nummer 21 behoudt op de bovenverdieping een nis met Mariabeeld, nummer 27 vertoont een tuitgevel met overhoekse zuiltjes. Vaak behouden houtwerk met onder meer voor de tijd typische kleine roedeverdeling in de bovenvenlichten.
Interieur. Gewoon enkelhuistype, met bordestrap tegen de achtergevel en uitgebouwde achterkeuken.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 502/1928.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)