Alleenstaand dubbelhuis van vier + vier + vier traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen). Trapgevel, waarschijnlijk ter vervanging van een houten gevel, met jaartal 17 / 63 aan weerszij van het zoldervenster, volledig bewaard huis uit het vierde kwart van de 15de eeuw tot het eerste kwart van de 16de eeuw. Getoogde benedenvensters oorspronkelijk naar hetzelfde patroon als de bovenvensters krijgen in 1855 hun huidige vorm met geprofileerde omlijsting naar analogie met de deur die dan tot venster wordt herleid; De consoliderende "Kunstige Herstelling" in 1980 naar ontwerp van architect L. Dugardyn (Brugge) behandelt voornamelijk inwendige constructiedelen.
Verankerde, witbeschilderde trapgevel (12 treden + topstuk) van baksteen op bepleisterde grijze plint; begane grond met parement van gesinterde baksteen. Gevelbreed risaliet geordonneerd door de puilijst en de doorlopende kroonlijst van het register met licht getoogde bovenvensters in vlakke, grijsbeschilderde omlijstingen met rocaillesluitsteen. Analoge vensteromlijstingen doch zonder sluitsteen en kroonlijst in de geveltop, eveneens met grote roedeverdeling voor de ramen. Segmentboogdeur in een geprofileerde omlijsting van arduin met links 18de-eeuwse steenhouwersmerken te identificeren met N. Paternotte (Arquennes), voorts rocaillesluitsteen en waterlijst, vleugeldeuren met bewaard 19de-eeuws houtwerk, traliewerk met rocaillemotief, buitentrap. Aangepaste benedenvensters zie supra vensters, later voorzien van rolluikkasten en ook nog van schuiframen voor de voormalige apotheek.
De zijgevels aan de Gouden-Handrei en -straat zijn verankerde en beschilderde lijstgevels van baksteen met getraliede kelderopeningen en rechthoekige vensters met grote roedeverdeling. Aan de Gouden-Handrei rechts dichtgemetseld zandstenen bolkozijn met afgeschuinde dagkanten en terugliggende latei. Twee dakkapellen, links met tuitgevel en vlechtingen, rechthoekig venster in korfboognis met afgeschuinde dagkanten, de rechter dakkapel is recent. Hoge, verankerde schoorsteenschacht met uitgewerkte rookmonden. Aanbouw met halve tuitgevel met vlechtingen. Aan de Gouden-Handstraat uiterst links klein venstertje met zicht op de Langerei, rechthoekige deur met waaiervormig bovenlicht en arduinen buitentrap, op de bovenverdieping korfboogvenstertje met afgeschuinde dagkanten. In het metselwerk sporen van oudere puntgevels en muuropeningen. De achtergevel is een verankerde bakstenen tuitgevel met vlechtingen, twee rechthoekige luikopeningen met terugliggende latei en afgeschuinde dagkanten. Aanbouw met 18de-eeuwse kern en recent verbouwd.
Interieur. Volledig onderkelderd: ton- en graatgewelven; achteraan met houten zoldering; resten van funderingen van bakstenen koker van vroegere spiltrap. Balklagen met sleutelstukken, op de bovenverdieping rusten de balken op korbelen en muurstijlen; tegen de rechter zijmuur een spiltrap. Op de begane grond 18de-eeuwse schouw en eiken trap afkomstig van een Brussels herenhuis. Dakspant met vier dubbele schaargebinten en kepers verbonden door drie hanenbalken met een vliering op de onderste, telmerken.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief dossier DW000551.
- Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Fiche, oktober 1982.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 166/1855, nummers 637 en 1110/1980.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 194.
- ESTHER J., Arthur Vandendorpe, restaureren, renoveren, Brugge, 1994, p. 64-65.
- VAN BELLE J.L., Signes Lapidaires. Nouveau dictionnaire. Belgique et Nord de la France, Louvain-la-Neuve, 1994, nummer 400, p. 57, p. 157, p. 682.