Breedhuis van zes traveeën en twee bouwlagen met dubbelhuisopstand en twee dwarsvleugels aan de tuinzijde, zadeldaken (Vlaamse pannen); mogelijk van 1631 zie uitgesneden jaartal in trappaal en vermoedelijk oorspronkelijk voorzien van een centrale trap- of krulgevelbekroning. In de loop van het vierde kwart van de 18de eeuw of het eerste kwart van de 19de eeuw lichtjes verhogen van de gevel en afwerken met kroonlijst en blanco fries, zie duidelijke aanpassing van de getrapte rechter zijgevel. Consoliderende "Kunstige Herstelling" van 1990 naar ontwerp van architecten Dirk Defraeije en Koen Van de vreken (Gent). "Brugse barokgevel" getypeerd door gebruik van rode baksteen en contrasterende zandsteen voor de plint, hoekkettingen, de nu verdwenen kruiskozijnen, geblokte ontlastingsbogen, doorlopende banden, barokke deuromlijsting met bovenlicht. Twee rechthoekige keldermonden, één met zandstenen bolkozijn. Rechthoekige vensters met grote roedeverdeling in de ramen. Typische rechthoekige, geblokte deuromlijsting onder druiplijst, segmentboogvormig bovenlicht met flankerende voluten; arduinen buitentrap. Rechter zijtrapgevel uitlopend in een brede schoorsteenschacht met rookmonden. De achtergevel bestaat uit twee verankerde puntgevels van baksteen, de rechter met vlechtingen en drie achtzijdige oculi in de top, rechthoekige vensters onder ontlastingsbogen.

Interieur. Gedeeltelijk onderkelderd: twee traveeën met graatgewelven afgescheiden door gordelboog. Inkomhal met eikenhouten steektrap met kwartslag en met jaartal 1631, getorste balusters; rechter schouwboezem met rondboognis waarin een siervaas op hoge console in stucwerk. Op de begane grond: moer- en kinderbalken met sleutelstukken; achteraan, 18de-eeuws salon met grijsmarmeren schouw, lijstwerk op de schouwboezem en op het plafond, rozet met florale motieven. 17de-eeuwse dakspanten zowel voor- als achteraan met schaargebinten, op de scheiding van de beide diephuizen door twee houten middenpijlers ondersteund.