Voormalige winkel, zie gezandstraald glas met opschrift "KRUIDENIERSWAREN" en "KOFFIEBRANDERIJ". Imposant diephuis met typische plattegrond en indeling: rechthoekig met centrale doorgetrokken dwarsmuur vanaf de kelder tot de tweede bouwlaag. Heden met enkelhuisopstand, onder de geveltop gedateerd "16/72"; drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Latere aanpassingen, onder meer van de muuropeningen in 1826. Consoliderende "Kunstige Herstelling" van 1988-1992 naar ontwerp van architect G. Ostyn (Brugge) waarbij de achtergevel en het interieur zijn gerestaureerd. Barokke trapgevel (8 treden en topstuk) van verankerde baksteen met overvloedig gebruik van natuursteen voor hoekkettingen, horizontaliserende speklagen, negblokken en typische aanzet- en sluitstenen van de ontlastingsbogen. Rechthoekige muuropeningen op de bovenverdieping met afgeschuinde dagkanten. In de top, gekoppelde rechthoekige vensters onder één ontlastingsboog geflankeerd door twee ronde oculi in geprofileerde omlijsting van gesinterde baksteen. Verbouwde begane grond. Achterpuntgevel van drie traveeën per baksteenlaag getrapt. Bij de restauratie herstelde pleisteromlijstingen rondom deur en vensters: imitatienegblokken, speklagen, grote hanenkam als bekroning boven deur en vensters op begane grond en trapvormige bekroning bij bovenvensters. L.zijgevel: dakvenster in tuitgeveltje met bakstenen tweelicht, gekoppelde ontlastingsbogen.
Interieur. Dwarsmuur van kelder tot de tweede bouwlaag scheidt het voorhuis van het achterhuis. Beide kelders met eigen overkluizing: vooraan met tongewelf, achteraan met drie bepleisterde graatgewelven gescheiden van een smalle doorgang met graatgewelfjes. Op de begane grond en de bovenverdieping bewaarde balklagen bestaande uit moer- en kinderbalken. Moerbalken met eenvoudige sleutelstukken rustend op natuurstenen consoles. Kamer achteraan met barokschouw, houten barokke deuromlijsting met grosso modo bewaarde marmerimitatie. Verzorgd afgewerkte moer- en kinderbalken; versierde sleutelstukken onder meer met acroteria en schelpmotief. De aan- en eerste treden van de spiltrap zijn van natuursteen. Op de bovenverdieping in de achterkamer een laatgotische schouw met gebeeldhouwde hoofdjes en roosjes in de keellijst. Deels vernieuwde dakconstructie bestaande uit vijf schaargebinten met telmerken.
Dienst Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening Brugge, Bouwvergunningen, nr. 1960/1988.
Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Fiche, februari 1974; Nota.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 27/1826.
CONSTANDT L. (ed.), Behoedzaam omgaan. Monumentenzorg in Brugge, 1988-1993, 1994, p. 104-105.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 42-43.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)