Diephuis met enkelhuisopstand van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit 16de tot 17de eeuw. Latere aanpassingen onder meer in de loop van de 19de eeuw van de muuropeningen, de vensters op arduinen lekdrempels, hermetselen van de top en vernieuwen van het houtwerk. Verankerde bakstenen tuitgevel afgewerkt met muurvlechtingen boven een bepleisterde en grijsbeschilderde plint. De achtergevel is een tuitgevel van verankerde baksteen met behouden bolkozijn in de geveltop. 19de-eeuwse bijgebouwen met bewaarde schouwen.
Interieur. Bewaarde kelder met twee tongewelven en op de bovenverdieping balklagen, sobere empireschouwen en gaaf bewaard schaar- en nokgebinte.
Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Fiche, februari 1974.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 43.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)