Diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). 16de of 17de-eeuwse oorsprong (?) aangegeven door bewaarde achtergevel, dakconstructie (achteraan een sporenkap) en balklagen. Eertijds voorzien van houten kruisramen met kleine roedeverdeling. Huidig uitzicht resultaat van 19de-eeuwse aanpassingen en restauratie in 1974 in opdracht van Marcus Gerardsstichting naar ontwerp van architecten L. Dugardyn en J. Waes (Brugge). Verankerde bakstenen tuitgevel afgewerkt met vlechtingen. Rechthoekige muuropeningen. Korfboogvenster in de top. De achtergevel is een tuitgevel van verankerde baksteen met rechthoekige muuropeningen en sporen van gedichte boogvelden verwijzend naar de vroegere gevelordonnantie.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 44.
DEVOS P. 1975: Brugge, herwonnen schoonheid, Tielt, 205-211.
ESTHER J. 1994: Arthur Vandendorpe, restaureren, renoveren, Brugge, 42-43.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)