erfgoedobject

Sint-Adriaansabdij met aansluitend park

bouwkundig / landschappelijk element
ID
8317
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/8317

Juridische gevolgen

Beschrijving

Voormalige benedictijnenabdij met aansluitend park, gelegen ten noorden van het stadscentrum tussen de Edingsestraat, de Boelarestraat en de weg naar de Brusselse poort; heden tot recreatieoord omgebouwd.

Op verzoek van de Graaf van Vlaanderen bracht de bisschop van Kamerrijk in 1081 de abdij van Sint-Pieter te Dikkelvenne (stichting uit de eerste helft van de 8ste eeuw) over naar Geraardsbergen. In 1110, translatie van het gebeente van de Heilige Adriaan, waardoor de abdij een belangrijk bedevaartsoord werd en dan ook vanaf 1175 naar deze heilige werd genoemd. Sinds eind 12de eeuw, vrij omvangrijk door talrijke schenkingen van domeinen en landbouwgronden, had de abdij grote invloed op Geraardsbergen en omgeving door de bediening van de kerken.

In 1373, bouwen van de abdijkerk; ernstige moeilijkheden in de 16de eeuw ten gevolge van de godsdiensttroebelen en wanbeleid. De abdij bleef evenwel een belangrijk centrum, onder meer voor het onderwijs met het college. Nieuwe bloeiperiode vanaf 1705, onder abt A. Coucke, afgesloten met het vertrek van de latere abt G. van Havermaet als aalmoezenier van het Oostenrijks leger.

In 1794, verwoesting van de abdij tijdens de Franse omwenteling; verkoop van de overblijvende gebouwen in 1797.

Heden is het domein een recreatieoord; prelaatskwartier met restaurant op de begane grond, stadsmuseum op de eerste verdieping die nagenoeg intact is bewaard, de tweede verdieping wordt ingericht als galerij.

In 18de eeuw was de abdij een complex geheel bestaande uit: het poortgebouw en aansluitende driebeukige kruiskerk van 1373 met omringend kerkhof; ten oosten een brouwerij; een binnenplaats met twee haakse vleugels waaronder abdijvleugel met prelaatskwartier; een U-vormig kloosterpand, aansluitend bij de kerk, met binnenhof, refter en bibliotheek en een keuken. Verder losstaande dienstgebouwen, haakse stalvleugels, schuur en bergplaatsen. College ten westen achter de stallingen.

De abdijkerk wordt afgebeeld op twee schilderijen van P. Canivé (18de eeuw), bewaard in het stadsmuseum in het prelaatskwartier. Grote kruisbasiliek gelegen ten zuidoosten van de binnentuin van het kloosterpand. Gotische constructie met aanpassingen uit 18de eeuw (westergevel en kruisingstoren). De plattegrond ontvouwt een driebeukig schip van vier traveeën, uitspringend transept met kruisingstoren, koor met vier rechte traveeën, vijfzijdige koorsluiting, kooromgang en vijfzijdige transkapellen, noordelijke sacristie.

Van de abdij zijn alleen de poort, de abdijvleugel met het prelaatskwartier en de zuidelijke stalvleugel overgebleven, tussen het prelaatskwartier en de stalvleugel bevinden zich de overblijfsels van een ijskelder.

Poort. Smalle rechthoekige ingangspoort onder mank zadeldak (leien) uit de tweede helft van de 18de eeuw. Baksteenbouw deels op plint van arduin. Zuidoostelijke gevel met twee bouwlagen en vijf ongelijke traveeën. Verhoogde begane grond. Centraal Lodewijk XVI-rondboogpoort in arduinen kwartholle omlijsting op neuten, ingeschreven in rechthoekig bladmotief in de zwikken. Flankerende pilasters met ingediepte schachten onder zwaar hoofdgestel met festoenen en bekronend driehoekig fronton, eveneens met festoenen. Rechts van de poort, segmentboogvormige keldervensters. Uiterst rechts, vensters in recente kwartholle omlijsting van arduin, onder segmentboogvormige ontlastingsboog. Links van de poort, rechthoekige venstertje met diefijzers in omlijsting van zandsteen. Noordwestelijke gevel met een bouwlaag met acht traveeën. Verhoogde begane grond. Centraal Lodewijk XVI-rondboogpoort (laat-18de-eeuws) in kwartholle omlijsting van arduin, ingeschreven in rechthoek met rozetjes in de uitgespaarde hoeken, gecanneleerde sleutel, zware bekronende druiplijst. Rechthoekige vensters, evenals de keldervensters in vlakke omlijsting van arduin. Links, rechthoekige deur met waaier, samen met bekronend venster gevat in een geprofileerde omlijsting van arduin.

Abdijvleugel met prelaatskwartier of abtenhuis. In 1506 werd een eerste prelaatskwartier opgetrokken, na brand heropgebouwd in 1629. Voorheen sober dubbelhuis met drie bouwlagen van dertien traveeën onder gebogen afgewolfd zadeldak (leien) met recentere vorstkam. Gebouwd naar ontwerp van J.B Simoens. Beschilderde baksteenbouw op plint van zandsteen van 1629, voorzien van rococostucwerk in 1727. Voorgevel met centraal deurrisaliet van drie traveeën afgelijnd door pilasters van zandsteen met rocococartouche, onder gebroken driehoekig fronton eveneens met rocococartouche met de wapenschilden van de abten A. Roelants en B. de Hazeleer die het gebouw een Lodewijk XV-uitzicht gaven. Rechthoekige vensters gevat in vlakke omlijsting van arduin, onder segmentboogvormige ontlastingsboog. Schouderboogvormige poort met kwartholle omlijsting van arduin op neuten met gecanneleerde sleutel, ingeschreven in een rechthoek; aan weerszij een recent aangepaste oculus in een vlakke omlijsting van natuursteen, bekronende segmentboogvormige ontlastingsboogjes wijzen op een kroonlijst van zandsteen. Uiterst rechts, spoor van haakse kroonlijst, verwijzend naar de vroegere noordoostelijke vleugel. Vijf rechthoekige dakkapellen onder afgesnuit zadeldak. Benedenvensters recent verbouwd tot deurvensters. Rechter gedeelte van drie bouwlagen en drie traveeën, qua volume aansluitend bij het abdijgebouw. Gecementeerde gevel van baksteen met gebruik van arduin, in neorocaillestijl. Zijgevel met fraaie erker en lage recentere aanbouw. Gecementeerde achtergevel.

Achtergevel van tien traveeën met aan weerszij haakse trappenhuizen met gecementeerde hoekstenen, onder afgesnuit zadeldak. Zelfde vensters als in voorgevel. Verbouwde segmentboogpoort in omlijsting van zandsteen met links, recent aangepaste rechthoekige deur en rechts, oculus, beide in een omlijsting van arduin. Vernieuwde benedenvensters. In de voorgevel van het rechter trappenhuis is ter hoogte van de tweede bouwlaag een hergebruikte of gedichte arduinen omlijsting ingewerkt: rondboog, geflankeerd door pilasters onder kroonlijst met siervazen, bekronend hoofdgestel met cartouche. Ditzelfde trappenhuis is ingebouwd in een vlak afgedekte aanbouw van een bouwlaag met voorgevel van vier traveeën en zijgevel van een travee, uit het laatste kwart van de 19de eeuw of eerste kwart van de 20ste eeuw, onder bekronende balustrade op sokkels met cartouches en op zuilen met Ionische kapitelen.

Zuidwestelijke zijgevel bezet met leien, drie rondboogvensters op de verdieping.

Stalvleugel. Verwaarloosde vleugel, een bouwlaag en dertien ongelijke traveeën onder mansardedak (leien), traditionele kern (17de eeuw) met aanpassingen in de 18de en 19de eeuw. Verankerde baksteenbouw op gecementeerde plint, centrale hogere toren eveneens onder mansardedak. Traditionele rondboogvormige muuropeningen met zandstenen negblokken. Links van de poort, bogenrij op pilasters van zandsteen, spaarvelden met rondboogdeurtjes met zandstenen negblokken, daarboven oculus. Rondboogpoort in vlakke omlijsting van zandsteen, geprofileerde tussendorpel, roedeverdeling in het boogveld; geflankeerd door vlakke pilasters van zandsteen onder gekorniste kroonlijst met siervazen en aftekenende klauwstukken waartussen barokke cartouche. Houten daklijstbalkjes. Dakkapellen onder afgewolfd zadeldak.

  • SOENS E., De abdij van St.-Adriaan, annalen van de oudheidkundige kring, 1914. Brochure ter gelegenheid van de 900ste verjaring van de stadskeure, Geraardsbergen, 1968, p. 7.

Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n1 (A-G), Brussel - Gent.
Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Park Sint-Adriaansabdij

Het park bij de voormalige Sint-Adriaansabdij bevat nog elementen die verwijzen naar de vroegere aanleg met afsluitingsmuren en oorspronkelijke viskweekvijvers. Op het abdijdomein bevonden zich eertijds nuts- en siertuinen, paviljoenen, een fontein en terreinen voor bol-, klos-, en kaatsspelen.

Na de teloorgang van de abdij in 1794 werd het complex omstreeks 1848 ingericht als kuuroord onder impuls van ‘waterdokter’ Modeste De Kock (1806-1881), later burgemeester van Geraardsbergen, die er hydrotherapeutische behandelingen aanbood. Naast het water uit de vijvers werd hiervoor ook water uit de Dender opgepompt. Uit deze periode dateert ook een deel van de aanleg van het abdijdomein in landschappelijke stijl, waaronder ook de ijskelder, naar verluidt gebouwd in 1860. In de periode 1882-1886 kreeg het domein een onderwijsfunctie met de tijdelijke inrichting van het Sint-Catharinacollege. Nadien en tot aan de Tweede Wereldoorlog evolueerde het domein naar een private woonfunctie.

In 1933 bracht de Touring Club de Belgique een bezoek aan het domein, op dat moment bewoond door Paul Guillemin, kleinzoon van Modeste De Kock. Het artikel schetst een goed beeld van het toenmalige uitzicht van het huidige park rond het kasteel, dat omschreven wordt als een versmelting van de vroegere abdijtuinen: "L’emplacement des constructions démolies, l’ancien jardin de l’abbé, les jardins potagers, les viviers et le promenoir des moines, tout cela a été heureusement fondu, avec le minumum de transformations, en un magnifique parc, disposé en terrasses sur la pente du mont Gérard, au centre même du vieux Grammont. Les pieces d’eau, aux digues puissantes, y alternent avec les frondaisons de marronniers séculaires et une incomparable “drève” relie à travers la propriété, le château à la route d’Enghien; cette belle chaussée, qui doit escalader la montagne de Gérard, contourne, en effet, la ville par le nord-est. Un beau portail [...] donne accès à la grande cour, tout en pelouses et en corbeilles de fleurs, qui a été établie à l’emplacement du monastère. Tout à droite, se trouvait l’église abbatiale, dont quelques vieilles pierres, anciens chapiteaux gothiques, nervures de voûtes ou culs-de-lampe se voient encore, ça et là. La vegetation a envahi ce qui subsiste des fondations et, au-dessus de celles-ci, diverses terrasses ont été aménagées. Près de l’endroit où se trouvait, à front de la rue, la porte d’entrée de l’église, à l’usage des gens de la ville, un petit enclose, entouré de murs et couvert d’une pelouse, est l’ancien cimetière où dorment les moines qui se succèdèrent, ici, pendant sept siècles."

In 1942 werd eigenaar Paul Guillemin verplicht het Sint-Adriaansdomein te verlaten, en werden de gebouwen bezet door het commando van een Duits garnizoen. Guillemin legeerde het domein in zijn testament op 23 maart 1944 aan de stad Geraardsbergen, op voorwaarde dat het Abtenhuis tot een museum zou omgebouwd worden, en het park opengesteld voor het publiek.

Vanaf 1962 werd het domein – dat groter was dan het huidige beschermde stadsgezicht – uitgebouwd tot een toeristisch-recreatief centrum. De bestaande gebouwen en inrichting werden doorheen de jaren uitgebouwd en aangevuld tot een diverse toeristische infrastructuur waaronder het abtenhuis van de abdij, waarin een restaurant, een museum en een tentoonstellingszaal zijn gevestigd, het koetshuis, dat vaak werd omschreven als 'oude hoeve', had anno 1973 nog geen toeristische functie. De ingangspoort van de abdij was ook de ingangspoort van het recreatieterrein. Een visvijver van een halve hectare groot, die aanvankelijk ook als roeivijver kon gebruikt worden. Een tijdlang was in de vijver ook een 'mechanische walvis' te zien die op vaste tijdstippen opdook. Daarnaast ook een 'volkscafé' op het hoogste gedeelte van het domein met uitzicht op het stadscentrum, mogelijk te associëren met een vroegere belvedère dezelfde locatie. Vervolgens een vrij grote dierentuin met ondermeer vogelkooien en verblijven voor grote zoogdieren en een grote waaier van kinderspeeltuigen en attractieterreinen. Tenslotte was er ook een 'sprookjesbos'. Het abdijdomein werd een recreatiekern voor de hele oostelijke Vlaamse Ardennen. In de jaren 1980 werd de dierentuin gesloten wegens verwaarlozing. Het domein van 12 hectare werd vanaf 1963 tot 1985 uitgebaat door de vzw 'Vrienden van het Toeristisch Centrum De Abdij'. Vanaf 1985 werd het domein samen met het nabijgelegen recreatiegebied De Gavers uitgebaat door de vzw 'Abdij-Gavers'.

Het domein wordt nog grotendeels afgesloten door 17de tot 20ste-eeuwse muren met enkele geïntegreerde gedenkstenen. In het park resteren nog de ijskelder met deels vervallen trap met boordstenen en leuning, enkele trappen en balustrades hoofdzakelijk uit de 19de-eeuwse parkaanleg, een rustiek paviljoen, twee siervazen, een beeld met 4 heiligen, een beeld van Diana, een beeld van een gladiator, een kleine grot in cementrustiek, een bron ommuurd met natuursteen en een grafplaat.

In het domein komt ook nog een collectie parkbomen voor met ondermeer een varenbeuk, een zwarte moerbei, een ginkgo, een hemelboom en een Japanse honingboom en enkele witte paardenkastanjes, gewone en bruine beuken, zomereiken, een haagbeuk en een winterlinde. Rond het abtenhuis staan ook een 10-tal oude zuilvormige taxussen. Een monumentale driestammige Canadapopulier is afgestorven. Het gros van de sierbomen dateert waarschijnlijk uit de periode waarin Modeste De Kock zijn hydrotherapeutisch centrum uitbaatte.

  • BORREMANS E., DE LEEUW E. & VANDEN BERGE M. 1996: Archeologisch onderzoek in Geraardsbergen (O.-Vl.),
    Archaeologia Mediaevalis, 19, 12.
  • DE CHOU F. 2006: Medische zorgverleners in Geraardsbergen in de negentiende eeuw, Gerardimontium, 2006,
    205, 10-29.
  • DE CLERCQ A. 1936: Het kasteel van St.-Adriaan te Geeraardsbergen. Met enige nota’s over de voormalige St.-
    Adriaansabdij, De Stad Antwerpen. Weekblad voor Vlaanderen, 9, 1475-1476.
  • DECLERCQ D. 1985: e ijskelder van Geraardsbergen, restauratie tot vleermuizenreservaat, Maandblad voor
    alle verzamelaars, Carto Numis-Club, 35, 15-16.
  • EMMERY R. & OPSTAELE B. 2017: Beheerplan Abdijpark te Geraardsbergen, Greenspot in samenwerking met Fris in het Landschap, in opdracht van Stad Geraardsbergen, 134.
  • IMBO G. 1992: Modest De Cock, 1808-1881, doctor in de medicijnen, burgemeester van Geraardsbergen, De
    Heemschutter, 104, 17-20.
  • IMBO G. 1999: Petrus Cannivé 1738-1823, schilderijenrestaurateur en schilder van de abdijkerk en van het abdijcomplex,
    De Heemschutter, 163, 29-35.
  • SOENS E. 1968: De abdij van St.-Adriaan, annalen van de oudheidkundige kring, 1914. Brochure ter gelegenheid van de 900ste verjaring van de stadskeure, Geraardsbergen, 7.
  • SURDIACOURT D. 2004: Er brandt geen lichtje meer in de ijskelder. Van ijskelder naar ijskast, koeltechniek van
    weleer op het domein van de voormalige Sint-Adriaansabdij, Gerardimontium, 197, 34-37.
  • VAN BOCKSTAELE G. 1981: De St.-Adriaansabdij. 900 jaar te Geraardsbergen. 1250 jaar in het Land van Aalst (Bijdrage
    tot de Geschiedenis van het Benedictijns Monachisme in Vlaanderen), Geraardsbergen.
  • VAN BOCKSTAELE G. 1996: De Sint-Adriaansabdij te Geraardsbergen, Geraardsbergen.
  • VAN BOCKSTAELE G. 1997: De pelgrimstekens van de H. Adriaan te Geraardsbergen (15de - 16de eeuw), Het
    Land van Aalst, 49, 4, 278-287.
  • VAN BOCKSTAELE G. 2000: Het cultureel erfgoed van de Sint-Adriaansadbij van Geraardsbergen 1096-2002, Geraardsbergen.
  • VAN LUL A. 1956: Een Geraardsbergse waterdokter in de XIXe eeuw, Land van Aalst, 8, 1, 16-19.
Auteurs: Himpe, Koen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties

  • Omvat
    Canadapopulier in park Sint-Adriaansabdij

  • Is deel van
    Abdijstraat


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Adriaansabdij met aansluitend park [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/8317 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.