Voormalig atelier van kunstschilder F. Van Acker. Diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen). De bepleisterde witbeschilderde lijstgevel boven een grijze plint, van 1880 vervangt een trapgevel met gotische spitsboogopening. Horizontale geleding door middel van kordonvormende lekdrempels, kordons en kroonlijst op fraai uitgewerkte modillons afwisselend met spiegels. Rechthoekige muuropeningen, op de bovenverdieping in geprofileerde omlijsting en met lekdrempelconsoles. 19de-eeuws schrijnwerk, op de begane grond beluikt.

Interieur. Sporen van F. Van Acker en het bestaan van een kunstenaarsatelier zijn nog in beperkte mate aanwezig. Behouden decoratief beschilderde deuren met landschapstafereeltjes. Vensterdecoratie in neorenaissancestijl met drie glasmedaillons voorzien van historische figuren uit de renaissanceperiode. Enfilade van twee salons met centrale rozet en marmeren schouwen, respectievelijk witte en rode marmer. Overloop op de bovenverdieping: twee engelenfiguren die consolestenen versieren flankeren de toegang tot de zogenaamde Vlaamse kamer. Voorts houten lambrisering met ingewerkte fries van zogenaamde "Delftse" tegels. Zogenaamde Vlaamse kamer met neogotische schouw met rijk gesculpteerde schouwbalk en natuurstenen wangen voorzien van mannen- en vrouwenhoofd.