erfgoedobject

Onze-Lieve-Vrouw van de Potterie

bouwkundig element
ID
83197
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/83197

Juridische gevolgen

Beschrijving

Onze-Lieve-Vrouw van de Potterie. Geleidelijk aan gegroeid complex tussen de Potterierei en de Snaggaardstraat. Het evolueerde van tijdelijk opvangcentrum van zieken, pelgrims en ouderlingen tot hedendaags bejaardentehuis met bijhorend klooster en museum.

1276: eerste vermelding, waarbij niet duidelijk is of het gaat om het stichtingsjaar of gewone vermelding van de reeds bestaande instelling. Het hospitaal dat toen onder toezicht van de stadsmagistraat stond, zou ook de opvolger kunnen zijn van een ouder hospitaal dat in dezelfde buurt stond.

1283: de lekezusters leggen kloostergeloften af.
1290: toetreding tot de dominicanessenorde.

Einde 13de eeuw: bouwen van de ziekenzaal, de kern van de huidige refter. Op basis van dendrochronologisch onderzoek wordt de dakconstructie 1276-1296 gedateerd.

Begin 14de eeuw: samenwerkingsverband met het Heilige Geesthuis aan de Goezeputstraat.

1319: samenvoegen van de beide inrichtingen waarbij de broeders van het Heilige Geesthuis overkomen naar de Potterierei. De naam wijzigt in "Het Hospitaal van de Potterie" of "Het Heilige Geesthospitaal van de Potterie".

Tegen 1302: oprichting van een aan Onze-Lieve-Vrouw toegewijde kapel.

Midden 14de eeuw: vervanging van deze kapel door de gelijknamige kloosterkerk.

1359: inwijding van de kerk.

Circa 1470: bouwen van het klooster in het verlengde van de ziekenzaal.

1529: sloop van de Noord-zijbeuk van de kerk. Hierdoor kreeg het hospitaal een zogenaamd voorhospitaal.

1562: Marcus Gerards tekent het hospitaal en de kerk. met voorgevels voorzien van een groot spitsboogvenster.

1623-1625: bouwen van de Onze-Lieve-Vrouwekapel aan de zuidzijde.

1643: afsluiten van het straatje, gelegen langs de noordelijke zijgevel van de ziekenzaal, met de zogenaamde "Zandpoort".

1661: het plan van beëdigd landmeter Hendrik de la Porte geeft een beeld van de gebouwen van de Potterie die tot heden nog aanwezig zijn zoals onder meer kerk (1), koor van de kerk (2), sacristie (3), Onze Lieve Vrouwekapel (4), toegang tot het hospitaal (5), het hospitaal (6), de keuken (7-8), refter (10); bovendien worden de dienstgebouwen opgetekend palend aan het oostelijk binnenplein dat zelf wordt omringd door tuinen, boomgaarden en een bleekweide.

1797: overname van het beheer van de door de Commissie der Burgerlijke Godshuizen.

19de tot 20ste eeuw: herhaalde uitbreidings- en moderniseringswerken ten behoeve van het bejaardentehuis.

1880: restauratiecampagne door architect K. Verschelde (Brugge) waarbij de voorgevel teruggebracht werd in hun oorspronkelijke toestand op basis van bestaande bronnen met name de overgebleven oorspronkelijke delen van het gebouw, de weergegeven gebouwen op de kaart van Marcus Gerards (1562) en de rekeningen en oorkonden van de Potterie.

1912: bouwen van neogotische grafkapel van de Heilige Idesbald tegen de zuidelijke gevel van de Mariakapel.

1934: herinrichten van de museumgebouwen onder pastoor A. Maertens.

1976: bouwen van ruimere vleugels ten behoeve van het bejaardentehuis.

1999-2001: onder meer herstellen van gevels en glasramen naar ontwerp van architect P. Viérin (Brugge).

In zijn huidige vorm bestaat het complex aan de Potterierei van links naar rechts uit de voormalige ziekenzaal (1) met toegang tot het hospitaal, de kerk (2) en de Onze-Lieve-Vrouwekapel (3). Ten oosten, in het verlengde van de ziekenzaal liggen de kloostergebouwen met onder meer de oude keuken (4), de refter (5) en de archiefkamer (6).

De achterin gelegen recentere gebouwen maken deel uit het bejaardentehuis.

1. Voormalige ziekenzaal en huidig museum Gebouw van twee + zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat, Vlaamse pannen). Het huidige uitzicht is het resultaat van een restauratie in 1880 door architect K. Verschelde (Brugge), onder meer plaatsen van groot spitsboogvenster, aanpassen van de kruisvensters en het oorspronkelijk drielicht boven de poort werd verkleind. Verankerde bakstenen puntgevel + muurvlechtingen afgedekt met een natuurstenen lijst. Links imposante schoorsteenschacht met maaswerkversiering Rondboogdeur in arduinen omlijsting met geprofileerd beloop aanzettend op voetstukjes. Neogotische vleugeldeur met rijkelijk uitgewerkte naald. Bovenlicht met zandstenen latei en dorpel. Links een rechthoekig venster met ijzeren traliewerk en natuurstenen kruiskozijn onder een ingekaste natuurstenen cartouche met jaartal "1643" Groot spitsboogvenster met drielicht en tracering op de bovenverdieping, ook resultaat van restauratie van 1880. Erboven natuurstenen jaarsteen "MVXXIX". Hierboven klein rechthoekig venster met onder- en bovendorpel van zandsteen. Rechts kleinere spitsboogopening met gedeeld venster en eenvoudig maaswerk in het boogveld. In de top gevelsteen en klein rechthoekig venster.

Zijgevel afgewerkt met kwarthol geprofileerde lijst. Rechthoekige muuropeningen. Benedenvensters - oorspronkelijk met bolkozijn - zijn gevat in nissen met afgeschuinde dagkanten en afgedekt met afwisselend een spitsboog en een korfboog. Bovenvensters met 18de-eeuws schrijnwerk. Achtergevel met sporen van drieledige spitsboognissen en centraal blinde oculus.

Interieur. Benedenverdieping in twee gedeeld door een lange gang aan zuidzijde op het plan van 1661 aangeduid als voorhospitaal. Bewaarde balklagen, in de ziekenzaal, beplankt in de loop van de 19de eeuw. De bovenverdieping met groot hersteld spitsboogvenster is ingedeeld in zes cellen voor de zusters en een brede gang. Bepleisterd plafond aangebracht in 1784-85. De zolder heeft een 13de-eeuws gebinte door middel van dendrochronologisch onderzoek gedateerd 1276-1296. Dakconstructie bestaat uit vierendertig paren bovenaan gekoppeld door twee hanebalken. Onder deze sporen zijn in een latere fase vier schaargebinten met gordingen geplaatst. Imposante haardconstructie op de zolder.

2. Kerk In haar huidige vorm, eenbeukige kerk opklimmend tot 1359 met schip van drie traveeën met vijfzijdige koorafsluiting van één travee. Leien zadeldak met dakruiter. Verankerde bakstenen puntgevel met aantal bouwnaden, aanleunend traptoren met lichtgleuven onder bakstenen tentdak aan zuidzijde.

Huidig uitzicht bepaald door de reconstruerende restauratie van architect K. Verschelde in 1880. Spitsboogdeur in natuurstenen profileringen met bekronende hogel. Boven deur arduinen nis met afbeelding van de Heilige Geest. Links rechthoekig venster met natuurstenen latei en dorpel en afgesloten door diefijzers; ervoor een houten afdakje bedekt met leien. Erboven een hoog spitsboogvenster met drielicht en maaswerk, een gevelsteen en een beluikte spitsboognis. Het opschrift: "ANNO DOMINI MCCCLIX + CONSECRATA" in de bekronende steen refereert aan de inwijding van de kerk. Beluikte spitsboognis in de top.

Interieur. Schip, aan noordzijde oorspronkelijk geritmeerd door midden 14de-eeuwse zuilen van kalkzandsteen en arduin met later ten dele weggekapte knoppenkapitelen onder spitsboogvormige scheibogen; na de afbraak van de noordelijke zijbeuk in 1529 nog alleen zichtbare halfzuilen en gedichte arcade; verbinding met het zogenaamde voorhospitaal in de tweede travee via een een rondboogdeur gevat in een natuurstenen geblokte deuromlijsting. Deze hoofdruimte is aan zuidzijde van de Onze-Lieve-Vrouwekapel uit de 17de eeuw gescheiden door een spitsboogarcade op zuilen van kalkzandsteen. Spits tongewelf met doorlopende nokrib en smalle ribben aanzettend op de kroonlijst. Trekankers en drie moerbalken, waarvan één op korbelen. Vijfzijdige koorafsluiting aan zuidzijde met blindnissen. Spitsboogvensters opgevat als drielichten met maaswerk en glas-in-loodramen uit de tweede helft van de 19de eeuw en het eerste kwart van de 20ste eeuw. Overkluizing met houten spits tongewelf rustend op gotische en figuratieve sluitstenen.

3. Kapel van Onze-Lieve-Vrouw Zuidelijke kapel van 1623-1625, gerestaureerd in 1880 door K. Verschelde. Verankerde bakstenen tuitgevel afgewerkt met muurvlechtingen. Hoog, in 1880 aangepast spitsboogvenster met drielicht en tracering: waarboven een gevelsteen en een rechthoekige luikopening met natuurstenen latei. Drie spitsbogige drielichten in de zijgevel.
Interieur. Aansluiting bij de hoofdruimte van de kerk door middel van drie spitsboogvormige scheibogen op zuilen cf. supra. Bepleisterd tongewelf geritmeerd door dikke en smalle ribben. In de zijgevel, toegang tot de grafkapel van de Heilige Idesbald, gebouwd in 1912 in neogotische stijl.

Mobilair.Schilderijen. "De kruisafneming" toegeschreven aan Jacob Van Oost, tweede helft van de 17de eeuw; Votiefschilderij van Vanden Kerckhove, na 1632; "Onze-Lieve-Vrouw van Regula", 17de eeuw; "De bekoring van Sint-Antonius", midden 17de eeuw; "De Ark van Noë" en "Sint-Antonius met zijn varkentje", 16de eeuw; "De aanbidding van de Herders", tweede helft van de 17de eeuw; "Onze-Lieve-Vrouw met Kind", tweede helft van de 16de eeuw; "Onze-Lieve-Vrouw van Troost of Onze-Lieve-Vrouw van het Riempje", tweede helft van de 17de eeuw; "De Kruisoprichting", toegeschreven aan Jacob van Oost de jonge; "De Marteldood van Sint- Sebastiaan", Jacob van Oost, 1648. Altaren. Marmeren hoogaltaar (1673) van Jan Blomme toegewijd aan Heilige Anna en Heilige Joachim. Altaar van Sint-Antonius, tweede helft van de 17de eeuw; altaar van Sint-Brandanus, midden 17de eeuw.

Meubilair. Neogotische orgeltribune. Gesculpteerde kommuniebank, circa 1740. Sober barokportaal van 1645. Eikenhouten preekstoel van 1639. Koordoksaal van 1644, gebouwd door Jacobus Cocx en erboven gestoelte van de zusters met jaartal 1682. Eikenhouten portaal in neogotische stijl geplaatst door K. Verschelde in plaats van een portaal van 1627-1629. Tabernakel uit mahoniehout van 1791. Kommuniebank van circa 1740. Glasramen. "Episodes uit het verhaal van de overbrenging van het lichaam van de Heilige Idesbald", 19de eeuw. "Fragmenten uit de legende van Onze Lieve Vrouw Van de Potterie". "Onze Lieve Vrouw van de Potterierei met schenkers".

4. Kloostergebouwen De oude keuken is ondergebracht in een rechthoekig gebouw met verankerde bakstenen witbeschilderde lijstgevel onder zadeldak (Vlaamse pannen).

Interieur. Bewaarde dakconstructie uit de 18de eeuw bestaande uit een sporenkap op schaargebinten samengesteld uit hergebruikt materiaal gedateerd 1276-1286 door middel van dendrochronologisch onderzoek. Voormalige keuken met gotische haard. Schouwboezem en wanden bekleed met witte tegels afwisselend zogenaamd "delfts" aardewerk en marmertegels in dambordpatroon geplaatst in 1696, zie steen met inscriptie: "VRAUWE SR CATARYNA VAN COTENGYS 1696".

Op de schouwboezem vormen de zogenaamd "Delftse" tegels drie kruisen omgeven met marmertegels met voorstelling van de berg van Golgatha. Eikenhouten zoldering. Keuken met één moerbalk voorzien van sleutelstukken en kwartrondprof iel op consoles, kinder- en strijkbalken. Resten van raveling.

De refter uit de 15de eeuw met een 18de-eeuwse aankleding is ondergebracht in het gebouw gelegen in het verlengde van de keuken. Verankerde bakstenen witbeschilderde lijstgevel doorbroken met rechthoekige muuropeningen.

Interieur. Balklagen bepleisterd in de loop van de 18de eeuw. Marmeren schouw en bepleisterde schouwmantel. Deuren en lambrisering in Lodewijk XVI-stijl. Vier zustercellen op de bovenverdieping.

5. Archiefkamer Rechts van de bijgebouwen de oorspronkelijk archiefkamer, gebouwd in 1478-49, zie sluitsteen. Twee kleine ruimten, onder kruisribgewelf met afbeelding van het huismerk van de Potterie in de sluitsteen.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier DW000551.
  • VAN DEN BROUCKE D., Een bouwhistorisch onderzoek. De Potterie: Hospitaal, kerk, Onze-Lieve-Vrouwkapel en klooster, 1999 onuitgegeven studie.

Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Uit de stichtingsperiode van het hospitaal dateert nog de intact bewaarde dakkap van de ziekenzaal, die dendrochronologisch is gedateerd tussen 1276 en 1296. De huidige refter bevat balken uit een verdwenen sporenkap. Deze stukken hebben dezelfde veldatum als de bewaarde kap van de ziekenzaal (1276-1296).

De dakkap van het klooster is dendrochronologisch gedateerd tussen 1470-1485. De kap van de keuken kon omwille van het snelle groeipatroon van het eikenhout niet dendrochronologisch worden gedateerd, maar wellicht werd ze samen met de kap van het klooster opgetrokken.

  • VAN EENHOOGE D., DEBONNE V. & HANECA K. 2018: Middeleeuwse dakkappen in Brugge en ommeland. Een catalogus, Onderzoeksrapporten agentschap Onroerend Erfgoed 97, Brussel.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties

  • Is deel van
    Langerei en Potterierei met omgeving

  • Is deel van
    Peterseliestraat

  • Is deel van
    Potterierei


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Onze-Lieve-Vrouw van de Potterie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/83197 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.